Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

X (belanghebbende) is eigenaar van een tussenwoning uit 1880 met een gebruiksoppervlakte van 350 m² en een kavel van 175 m². Hij heeft aangevoerd dat de WOZ-waarde 2021 niet hoger mag zijn dan € 985.000, vanwege de slechte onderhoudstoestand, houtrot, lekkages, schimmelvorming, vochtoverlast en matige isolatie. Hij betwist ook de vergelijkingspanden die voor de waardebepaling zijn gebruikt. Rechtbank Midden-Nederland heeft het beroep van X ongegrond verklaard.

Bij Hof Arnhem-Leeuwarden is in geschil of de Heffingsambtenaar artikel 40, lid 2, Wet WOZ heeft geschonden door niet alle gevraagde gegevens te verstrekken, en of X recht heeft op proceskostenvergoeding. De Heffingsambtenaar heeft tijdens de bezwaarfase al verschillende gegevens verstrekt, waaronder een grondstaffel, indexeringspercentage, taxatieverslag en een taxatiematrix in de beroepsfase.

Het Hof oordeelt dat, zelfs als artikel 40, lid 2, Wet WOZ geschonden zou zijn, X niet is benadeeld, aangezien hij waarschijnlijk ook beroep had ingesteld zonder die schending. Hierdoor is er geen reden voor proceskostenvergoeding of vergoeding van griffierecht, en het eventuele gebrek wordt gepasseerd met toepassing van artikel 6:22 Awb.

Het hoger beroep wordt ongegrond verklaard.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2021
Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
Datum instantie
18 juni 2024
Rolnummer
22/2266
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2024:4136
NLF-nummer
NLF 2024/1610
Aflevering
2 juli 2024
bwbr0007119&artikel=40,bwbr0007119&artikel=40

Naar de bovenkant van de pagina