Direct naar content gaan

Samenvatting

In deze strafzaak acht Hof Den Bosch ten laste van verdachte X (bv) bewezen verklaard dat zij gedurende meerdere jaren valsheid in geschrift heeft gepleegd, waardoor loonbetalingen buiten de loonadministratie zijn gehouden en te weinig loonheffing is afgedragen. Door aldus te handelen heeft de verdachte het vertrouwen dat de Belastingdienst in de correctheid van aangiften loonheffing en in de juistheid van een loonadministratie moet kunnen hebben, ernstig geschaad. Door deze handelswijze heeft de verdachte tevens een oneerlijke concurrentiepositie verworven ten opzichte van andere deelnemers aan het economisch verkeer. Verder heeft de verdachte door het valselijk doen opmaken van de bedrijfsadministratie het vertrouwen dat in het algemeen in dergelijke administraties, telkens een samenstel van geschriften, moet kunnen worden gesteld, ernstig geschonden. Het Hof rekent het de verdachte dan ook aan dat zij heeft gehandeld zoals bewezen is verklaard.

In beginsel acht het Hof, gelet op de ernst van het bewezenverklaarde, de oplegging van een geldboete van € 35.000 zoals die is opgelegd door Rechtbank Oost-Brabant passend. Inmiddels is de redelijke termijn, bedoeld in artikel 6, lid 1, EVRM, wel in forse mate geschonden. De geldboete wordt daarom met € 10.000 verminderd.

Metadata

Rubriek(en)
Strafrecht
Belastingtijdvak
2012 t/m 2015
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
30 januari 2024
Rolnummer
20-004101-18
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2024:321
NLF-nummer
NLF 2024/1656
Aflevering
9 juli 2024
bwbr0002320&artikel=69,bwbr0002320&artikel=69,bwbv0001000&artikel=6,bwbv0001000&artikel=6

Naar de bovenkant van de pagina