Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Vorig jaar is NLFiscaal begonnen met het interviewen van de fiscale woordvoerders in de Tweede Kamer. Toen zijn Pieter Omtzigt, Steven van Weyenberg en Bart Snels geïnterviewd. De tour wordt nu vervolgd. Ondanks haar zeer drukke werkzaamheden vond Helma Lodders (VVD) op 20 juni 2019 tijd om Arthie Schimmel en Fred van Horzen te ontvangen. Helma is niet alleen woordvoerder Fiscale Zaken. Zij is ook woordvoerder Landbouwzaken, voorzitter van de commissie Volksgezondheid, Welzijn en Sport en plaatsvervangend lid van het presidium van de Tweede Kamer. In die laatste rol zit ze regelmatig de Tweede Kamer voor. Arthie Schimmel en Fred van Horzen leggen haar een groot gedeelte van de vragen voor die ook aan de andere woordvoerders zijn gesteld.

Opinie

Hoe bent u aan de portefeuille Fiscale Zaken gekomen?

Ik ben in 2010 in de Tweede Kamer begonnen (AS, FvH: de VVD behaalde de meeste zetels in 2010: 31). Na de verkiezingen begint de portefeuilleverdeling: wie wil en krijgt welke portefeuille? Toen Ineke Dezentjé Hamming in 2011 naar de FME vertrok, werd ik door Stef Blok (AS, FvH: destijds fractievoorzitter) gevraagd of ik haar portefeuille Pensioenen wilde overnemen. Dat vond ik een hele eer. Na de verkiezingen van 2012 heb ik aangegeven graag met de pensioenportefeuille door te gaan. In 2017 was ik toe aan iets nieuws. Fiscale Zaken was mijn voorkeur, een heel belangrijke portefeuille. Er worden geen opleidingseisen aan de fiscale woordvoerder gesteld. In de jaren dat ik als Kamerlid actief ben, heb ik natuurlijk veel voorbij zien komen. Ik probeer in het fiscale dossier kritisch te zijn. Belasting betalen is niet leuk, maar mijn inzet is dat de belastingheffing eerlijk, transparant en begrijpelijk moet zijn en dat de belastinginkomsten netjes worden uitgegeven. Daarin kunnen we nog heel veel stappen zetten.

Wat zijn uw belangrijkste moties of amendementen in de afgelopen periode geweest?

Ik hou geen lijstjes bij. Ik heb de belastingportefeuille sinds eind 2017. Mijn eerste belastingplan was het Belastingplan 2019. In ieder debat probeer ik de staatssecretaris of collega’s te overtuigen van goede voorstellen. Ik wil in dit verband wel mijn initiatiefwetsvoorstel ‘Verbeterde premieregeling’ noemen dat in elf maanden zowel door de Tweede als de Eerste Kamer is behandeld en aangenomen.,

Mede door u is een motie ondertekend om een commissie in te stellen die mogelijkheden moet onderzoeken om de belastingheffing van multinationals eerlijker te maken (Motie Omtzigt, Lodders, Van Weyenberg, Bruins, Kamerstukken II 2018/19, 35 110, 11). Moeten we dit interpreteren als het opschuiven van de coalitiepartijen richting met name de PvdA en Groen Links tegen de achtergrond van de nieuwe samenstelling van de Eerste Kamer?

Nee hoor, de VVD is altijd voor een eerlijke belasting geweest waaraan iedereen bijdraagt, want iedereen maakt ook gebruik van voorzieningen zoals goed onderwijs, zorg, infrastructuur en veiligheid. Ook grote bedrijven. Gezien de berichtgeving in de kranten blijkt dat er veel winst wordt gemaakt. Dan is het goed om te kijken hoe deze bedrijven bijdragen aan deze voorzieningen. Daarin zijn we altijd kritisch geweest. Het initiatiefvoorstel van Bart Snels van Groen Links (AS, FvH: aanpassing liquidatieverlies- en stakingsregeling) waarover nu een consultatie plaatsvindt, zien wij als het ingediend is met belangstelling tegemoet, zeker in het licht van de mede door ons ondertekende motie.

Bent u een voorstander van het afschaffen van de schenk- en erfbelasting?

VVD is voor lage belastingen, zo laag mogelijk. In het verkiezingsprogramma staat dat we voor verlaging van de schenk- en erfbelasting zijn. Deze belasting wordt als oneerlijk ervaren, omdat over hetgeen wordt geschonken of vererft doorgaans al inkomstenbelasting is betaald. Ook zijn we voor verlaging van belasting op arbeid. Daarin hebben we een afweging gemaakt. De crisis heeft veel mensen in de portemonnee geraakt. Nu willen we dat de mensen voelen dat hun koopkracht weer stijgt. Beleidsmakers moeten bij het doorrekenen van de effecten van hun voorgestelde beleid uitgaan van rekenmodellen. Het probleem daarbij is echter dat de koopkracht voor ieder individu toch weer anders kan zijn dan op basis van de rekenmodellen is verondersteld, afhankelijk van hun individuele omstandigheden. Het is een combinatie van factoren. Voor ons is het ook een signaal dat we zorgvuldig om moeten gaan met de overheidsuitgaven.

Hoe kijkt u terug op de discussie over de afschaffing van de dividendbelasting?

Het was één van de maatregelen die binnen de coalitie was afgesproken in het regeerakkoord. Er is inderdaad veel gedoe over geweest. Het is uiteindelijk door externe omstandigheden toch anders gelopen dan we verwacht en gehoopt hadden. Dan ontkom je er als coalitie niet aan om dan gelet op de gewijzigde omstandigheden toch weer een nieuwe afweging maken.

Hoe kijkt u aan tegen een minimumtarief van de winstbelasting op Europees niveau?

Daarover zijn de laatste periode al zeven of acht moties door de oppositie ingediend. Wij zijn daar niet voor. Een lidstaat gaat zelf over zijn belastingdomein. Dat is één van de instrumenten die een nationale staat heeft om het eigen fiscale vestigingsklimaat in te kleuren. Bovendien is de door het kabinet aangekondigde conditionele bronheffing al een concrete invulling van een minimumtarief van vennootschapsbelasting. Wij zijn er voorstander van om de grens bij een tarief winstbelasting van 9% te leggen.

Wat zijn uw gedachten over de toekomst van het Nederlandse belastingstelsel?

Een evaluatie van het belastingstelsel staat geagendeerd met name vanuit het oogpunt van vereenvoudiging. In de bouwstenenbrief heeft de staatssecretaris een aantal onderzoeken aangekondigd die wij belangrijk vinden zoals een onderzoek naar de winstbelasting, maar ook naar het fiscale vestigingsklimaat. Op basis van gedegen onderzoeken kunnen wij onze positie bepalen. Waardevolle suggesties zullen wij opnemen in ons volgende verkiezingsprogramma. Op basis daarvan kan bij een volgende formatie de invulling plaatsvinden in het regeerakkoord. Over BEPS hebben wij een motie mede ondertekend die is aangenomen om verder met BEPS te gaan. BEPS 2.0. lijkt snel te lopen. De OECD denkt aan voorstellen in 2020. Mocht de OECD sneller met concrete voorstellen komen dan de onderzoeken van de staatssecretaris, dan heeft dat onze aandacht.

Wat vindt u van een gemeenschappelijke grondslag van de vennootschapsbelasting in Europa?

Het is belangrijk hoe winsttoedeling plaatsvindt, met name tegen de achtergrond van de veranderingen die het gevolg zijn van de digitalisering van de economie. Wij zijn op zich voorstander van maatregelen die inspelen op de door digitalisering optredende uitdagingen, maar dan alleen in OECD-verband. Als er bijvoorbeeld alleen een digitaks in Nederland of alleen in Europa wordt ingevoerd, dan lopen onze ondernemers het risico dat zij op achterstand ten opzichte van hun concurrenten buiten Nederland of Europa worden gezet. Dat geldt niet alleen voor het midden- en grootbedrijf maar ook voor kleine ondernemers met een digitale dienstverlening online. Een aantal EU-lidstaten is inderdaad een digitaks aan het voorbereiden. Dat is gelet op de fiscale soevereiniteit op zich aan die lidstaten zelf. Ik ben zelf echter huiverig voor unilaterale stappen op grensoverschrijdende terreinen. Wij willen onze bedrijven op internationaal niveau niet op achterstand zetten. Met elkaar zijn we eens dat de bekende grote digitale ondernemingen van deze wereld belasting moeten betalen. Iedereen dient zijn fair share bij te dragen. De indruk is nu dat zij de dans ontspringen. Maar als je op wilt treden, doe het dan internationaal. Bovendien, als Nederland op eigen houtje een digitaks zou invoeren, levert dat mogelijk weer ontwijkingsmogelijkheden op.

Niet alleen de digitaks vergt wat ons betreft een internationale consensus. Dat geldt ook voor klimaatgerelateerde heffingen, zoals de vliegtaks. Op het terrein van de vliegtaks wil de staatssecretaris stappen zetten, maar de VVD doet een oproep om dat toch vooral op Europees niveau te doen. Anders lopen we het gevaar om werkgelegenheid rond de Nederlandse vliegvelden te verliezen.

Australië kent een Inspector-General of Taxation (IGT). De IGT is een onafhankelijk orgaan belast met het toezicht op en de controle van de Australische belastingdienst. De IGT fungeert als een verbindende schakel tussen de belastingdienst en de regering, inclusief het parlement. De IGT kan op eigen initiatief, op verzoek van bewindslieden of het parlement onderzoek instellen. De IGT fungeert ook als ombudsman in fiscale zaken. Tot de taken van de IGT behoort onder andere het onderzoeken van systemen die zijn vastgesteld door de Australische belastingdienst bij de administratieve uitvoering van de belastingwetgeving. Hoe staat u tegen het instellen van een Nederlandse IGT?

Het is altijd goed om te kijken hoe het elders in de wereld is georganiseerd. In Nederland hebben we natuurlijk ook instrumenten, zoals de ADR (AS, FvH: Auditdienst Rijk) en de Algemene Rekenkamer. Ik zeg niet dat we nooit naar een IGT zullen gaan, maar ik ben terughoudend om al te enthousiast te reageren, want dan zal je ook stappen moeten zetten.

Over de Belastingdienst bestaan al langere tijd zorgen en een structuurverandering alleen is nooit een oplossing. Onze belangrijkste prioriteit moet nu zijn om eerst de Belastingdienst weer op orde te brengen, zodat de Tweede Kamer op tijd de juiste en volledige informatie over knelpunten ontvangt. Geen goede voorbeelden waren de moeilijkheden met de schenk- en erfbelasting, de ICT en het toeslagendossier. We zijn het verplicht aan de belastingplichtigen dat de problemen van de Belastingdienst opgelost worden.

Wat wilt u nog bereiken afgezien van het uitvoeren van de belastingafspraken in het regeerakkoord?

Ik vind het belangrijk dat wat wij doen op fiscaal gebied voor mensen inzichtelijk is, dus transparantie en eenvoud.

Daarnaast vind ik de aanpak van belastingontwijking en -ontduiking belangrijk. Dit is – anders dan de oppositie lijkt te denken – een echt VVD-punt.

Al tijdens de kabinetten Rutte I en II zijn belangrijke stappen gezegd. Denk aan aanscherping van de aftrek van rente in de vennootschapsbelasting, de aanscherping van de substance-eisen, de aanpak van doorstroomlichamen/ brievenbusmaatschappijen, de invoering en aanscherping van antimisbruikcriteria en – per 1 juli aanstaande – de aanscherping van het internationale rulingbeleid. Vanaf Rutte I zijn er echt enorme stappen gezet op dat terrein. Qua fiscale ethiek is onze insteek dat niet alles wat kan, ook moreel acceptabel is. Mensen moeten zichzelf ’s avonds in de spiegel kunnen aankijken. Ook bedrijven moeten over hun fiscale beleid het gesprek aangaan met hun stakeholders, inclusief de politiek en de maatschappij. Dat was de oproep van Mark Rutte op het VVD-congres.

Ten slotte wacht ons nog de klimaatopgave. Dat zal een uitdaging zijn. Er zijn fiscale mogelijkheden om mensen te stimuleren om te verduurzamen. Ik heb zelf het initiatief genomen om zonnepanelen buiten de OZB te houden, zodat mensen die zich inzetten om mee te helpen de klimaatdoelen te realiseren niet met een hogere OZB geconfronteerd worden.

Zou u zelf staatssecretaris van Financiën belast met Fiscale Zaken in een volgend kabinet willen zijn?

Nee, dat is niet aan de orde. Ik zit hier goed op mijn plek.

Metadata

Rubriek(en)
Overig
Auteur(s)
mr. A. Schimmel
Zelfstandig fiscaal journalist
mr. F. van Horzen
Meijburg & Co
NLF-nummer
NLF Opinie 2019/33
Judoreg
NFB2578
Publicatiedatum
8 juli 2019

Naar de bovenkant van de pagina