Direct naar content gaan

Samenvatting

Nec Plus Ultra Cosmetics AG (hierna: NEC), die in Zwitserland is gevestigd, heeft goederen (cosmetica) geleverd aan een in Kroatië gevestigde afnemer en, in één geval, aan een in Roemenië gevestigde afnemer. Zij heeft verklaard dat de Kroatische afnemer, of een derde voor rekening van die afnemer, de goederen heeft afgehaald bij een in Slovenië gelegen opslagplaats (af fabriek) en vanuit Slovenië naar een andere lidstaat heeft vervoerd. Met betrekking tot die leveringen heeft NEC verzocht om vrijstelling van btw die geldt voor leveringen van goederen binnen de Europese Unie als bedoeld in de op dat moment geldende versie van de Sloveense btw-wet.

In navolging van een verzoek van de Sloveense belastingdienst heeft NEC de facturen en de kopieën van de vrachtbrieven (hierna: CMR) overgelegd, waarmee zij heeft aangetoond dat de goederen (vanuit Slovenië) naar een andere lidstaat zijn vervoerd. Zij heeft destijds evenwel niet de leveringsbonnen of andere in de CMR vermelde documenten aan de belastingdienst overgelegd, maar te kennen gegeven dat zij niet over alle documenten beschikte en zou proberen deze in bezit te krijgen. Daarop heeft de belastingdienst aan NEC een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd.

Daarna heeft NEC de ontbrekende documenten alsnog overhandigd, maar dat was voor de belastingdienst geen reden om de naheffingsaanslag terug te draaien, omdat dit volgens de Sloveense btw-wet niet is toegestaan.

De Vrhovno sodišče Republike Slovenije (Slovenië) heeft hierover aan het HvJ een prejudiciële vraag gesteld.

Het HvJ antwoordt op de vraag dat artikel 131 en artikel 138, lid 1, Btw-richtlijn niet in de weg staan aan een nationale regeling die verbiedt om tijdens de administratieve procedure die tot de vaststelling van de naheffingsaanslag heeft geleid – in het bijzonder na de belastingcontrole maar voor de vaststelling van die aanslag – nieuwe bewijzen aan te voeren en te aanvaarden, die aantonen dat aan de materiële vereisten van artikel 138, lid 1, Btw-richtlijn is voldaan, voor zover de beginselen van gelijkwaardigheid en doeltreffendheid worden geëerbiedigd.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2019
Instantie
HvJ
Datum instantie
2 maart 2023
Rolnummer
C-664/21
ECLI
ECLI:EU:C:2023:142
Auteur(s)
mr. E. Polak
Mazars/ raadsheer-plaatsvervanger Hof Arnhem-Leeuwarden
NLF-nummer
NLF 2023/0599
Aflevering
23 maart 2023
Judoregnummer
JCDI:NFB5666
bwbr0002629,bwbr0002629,celex32006l0112&artikel=131,celex32006l0112&artikel=131,celex32006l0112&artikel=138,celex32006l0112&artikel=138

Naar de bovenkant van de pagina