Direct naar content gaan

Samenvatting

Deze verzoeken om een prejudiciële beslissing zijn ingediend in het kader van gedingen tussen enerzijds K en DBKAG en anderzijds het Finanzamt Österreich over de weigering van deze dienst om hen de in artikel 135, lid 1, onderdeel g, Btw-richtlijn neergelegde vrijstelling toe te kennen. Volgens de verwijzende rechter bestaat twijfel over de uitlegging van het begrip ‘beheer van gemeenschappelijke beleggingsfondsen’ in de zin van deze bepaling.

Met zijn prejudiciële vragen wenst de verwijzende rechter in wezen te vernemen of artikel 135, lid 1, onderdeel g, Btw-richtlijn aldus moet worden uitgelegd dat door derden voor beheermaatschappijen van gemeenschappelijke beleggingsfondsen verrichte diensten zoals fiscale taken die erin bestaan ervoor te zorgen dat de inkomsten die de deelnemers uit het fonds ontvangen overeenkomstig de nationale wet worden belast, en de toekenning van een gebruiksrecht voor software die wordt gebruikt voor berekeningen die essentieel zijn voor het risicomanagement en de performancemeting, onder de vrijstelling van artikel 135, lid 1, onderdeel g, Btw-richtlijn vallen. Volgens het HvJ is dat het geval indien deze diensten intrinsiek verband houden met het beheer van gemeenschappelijke beleggingsfondsen en uitsluitend worden verricht voor het beheer van dergelijke fondsen, ook wanneer deze diensten niet in hun geheel worden uitbesteed.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2008-2014
Instantie
HvJ
Datum instantie
17 juni 2021
Rolnummer
C-58/20; C-59/20
ECLI
ECLI:EU:C:2021:491
Auteur(s)
prof. dr. S.B. Cornielje
PwC/ Vrije Universiteit
NLF-nummer
NLF 2021/1303
Aflevering
1 juli 2021
Judoreg
NFB4423
bwbr0002629&artikel=11,bwbr0002629&artikel=11&lid=1,bwbr0002629&artikel=11,celex32006l0112&artikel=135,celex32006l0112&artikel=135

Naar de bovenkant van de pagina