Direct naar content gaan

Samenvatting

X heeft zijn kapitaalverzekering met lijfrenteclausule verkocht, waarna de koper deze afkocht en de opbrengst verrekende met zijn onverrekende verliezen. De Hoge Raad vindt dat het hof de stelling van de inspecteur, dat de verkoop had plaatsgevonden onder zodanige omstandigheden dat fiscaalrechtelijk afkoop door X had plaatsgevonden, te civielrechtelijk had afgedaan. Het hof had de stelling namelijk uitsluitend verworpen, omdat X na de verkoop geen bemoeienis meer met de verkoop gehad had. Dat verhindert op zichzelf echter niet een eigen fiscaalrechtelijke kwalificatie. Niettemin verwerpt de Raad het cassatieberoep van de staatssecretaris. Het gaat hier namelijk om een transactie waaraan de wetgever uitdrukkelijk geen inkomensconsequenties voor de verkoper heeft willen verbinden en wel omdat de belastingheffing bij de koper plaatsvindt. Het feit, dat de koper verliescompensatie heeft kunnen toepassen, neemt niet weg dat het desbetreffende inkomensbestanddeel bij de koper ten volle in aanmerking is genomen. Conform A-G Van den Berge.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Loonbelasting
Belastingtijdvak
1991
Instantie
HR
Datum instantie
15 december 1999
Rolnummer
33.830
ECLI
ECLI:NL:HR:1999:AA3862
bwbr0002471&artikel=2&lid=1,bwbr0002471&artikel=32d&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina