Direct naar content gaan

Samenvatting

Begin 2009 is in de huurwoning van een man een hennepkwekerij aangetroffen met 254 hennepplanten.
De man heeft toen verklaard dat de kwekerij in augustus 2008 is aangelegd en dat er één eerdere oogst is geweest die niet meer bedroeg dan circa € 5.000. Hij heeft de inkomsten niet aangegeven.
De politierechter heeft het wederrechtelijk verkregen voordeel in verband met de hennepteelt vastgesteld op € 5.338.
De inspecteur wil met een navorderingsaanslag over 2008 aan de hand van een BOOM-rapport een hogere opbrengst belasten als resultaat uit overige werkzaamheden.
De door de inspecteur berekende opbrengst aan het hand van het BOOM-rapport acht Hof Den Bosch echter niet aannemelijk gemaakt.
Met de door de man gestelde opbrengst van de oogst ad € 5.000, althans niet meer dan € 5.338, afgezet tegen de looninkomsten ad € 33.552, heeft de inspecteur volgens het Hof niet aannemelijk gemaakt dat de op basis van de aangifte verschuldigde belasting zowel relatief als absoluut aanzienlijk lager is dan de daadwerkelijk verschuldigde belasting.
Omkering en verzwaring van de bewijslast wegens het niet doen van de vereiste aangifte is daarom niet aan de orde, aldus het Hof.
De staatssecretaris van Financiën is het hiermee niet eens en heeft cassatieberoep ingesteld.
De Hoge Raad verklaart dit gegrond.
Op grond van het aangegeven inkomen bedraagt de belasting € 8.938.
De verschuldigde belasting over het door het Hof vastgestelde inkomen van € 38.225 bedraagt € 11.039.
Dit is € 2.101 oftewel 19 percent meer dan de op grond van de aangifte verschuldigde belasting.
Dit is volgens de Hoge Raad niet alleen verhoudingsgewijs, maar ook op zichzelf beschouwd aanzienlijk.
De zaak is verwezen naar Hof Arnhem-Leeuwarden.

Metadata

Rubriek(en)
Overig
Belastingtijdvak
2009
Instantie
HR
Datum instantie
24 april 2015
Rolnummer
14/04104
ECLI
ECLI:NL:HR:2015:1083
bwbid=bwbr0&artikel=25,bwbid=bwbr0&artikel=27e,bwbr0002320&artikel=25&lid=3

Naar de bovenkant van de pagina