Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft een eenmanszaak en houdt zich bezig met advies en consultancy.

In geschil is onder meer of de Inspecteur terecht een bedrag van resp. € 696.891 (belastingjaar 2017) en € 461.797 (belastingjaar 2018) in box 3 in aanmerking heeft genomen als zijnde overtollige liquide middelen.

Op de Inspecteur rust de bewijslast feiten en omstandigheden aannemelijk te maken dat en tot welk bedrag sprake is van duurzaam overtollige liquide middelen. De Inspecteur heeft in dit verband gewezen op de omvang van de onderneming, de dalende omzet van de onderneming sinds 2014 en de weinig concrete plannen van X met betrekking tot toekomstige vervangingsinvesteringen en de verwerving van zelfstandige kantoorruimte.

Rechtbank Den Haag is van oordeel dat de Inspecteur hiermee is geslaagd in zijn bewijslast.

De Inspecteur heeft de grondslag sparen en beleggen voor box 3 juist vastgesteld, met dien verstande dat alsnog rekening moet worden gehouden met een extra reservering voor de auto van € 32.000. Bij het door de Inspecteur naar aanleiding van het Kerst-arrest en het daarop volgende beleidsbesluit geboden rechtsherstel is hiermee ook nog geen rekening gehouden. De grondslag sparen en beleggen wordt aldus verminderd met € 32.000.

Van gewekt vertrouwen, schending van het zorgvuldigheidsbeginsel en/of het beginsel van balanscontinuïteit is geen sprake.

De Inspecteur verbeurt wel dwangsommen wegens het niet tijdig beslissen op de bezwaren.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2017-2018
Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum instantie
19 december 2022
Rolnummer
21/3384; 21/8397
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2022:14133
NLF-nummer
NLF 2023/0559
Aflevering
16 maart 2023
bwbr0011353&artikel=5.3,bwbr0011353&artikel=5.3

Naar de bovenkant van de pagina