Direct naar content gaan

Samenvatting

In deze strafzaak acht Hof Den Haag bewezen dat acht verdachten gedurende een periode van ongeveer zeven jaar voor een aanzienlijk bedrag belastingfraude pleegden. In dat verband vormden de verdachten een criminele organisatie. De verdachten pleegden belastingfraude door hun omzet af te romen, om met dat geld een deel van het loon van het personeel zwart uit te betalen. Dit zijn feiten waarvoor in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats is. Daar ziet het Hof echter van af vanwege de volgende omstandigheden: een ernstige privacyschending en schending van de geheimhoudingsplicht door het OM (in verband met een documentaire) waardoor de verdachten (reputatie)schade hebben geleden; de verdachten hebben de belastingschuld die door de bewezen verklaarde gedragingen is ontstaan voldaan en hebben een bestuurlijke boete betaald; de ten gevolge van de strafzaak gestarte Bibob-procedures (een (preventief) bestuursrechtelijk instrument, waaronder een intrekking van een afgegeven vergunning) en de overschrijding van de redelijke termijn.

Metadata

Rubriek(en)
Strafrecht
Belastingtijdvak
2010 t/m 2014
Instantie
Hof Den Haag
Datum instantie
20 november 2023
Rolnummer
22-002035-20
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2023:2253
Auteur(s)
mr. B.J.G.L. Jaeger
Jaeger Advocaten-belastingkundigen
NLF-nummer
NLF 2023/2819
Aflevering
14 december 2023
Judoregnummer
JCDI:NFB6141
bwbr0002320&artikel=69,bwbr0002320&artikel=69

Naar de bovenkant van de pagina