Direct naar content gaan

Samenvatting

Na afronding van een boekenonderzoek heeft de Inspecteur met dagtekening 12 juli 2018 een brief aan X (belanghebbende) gestuurd waarin hij schrijft dat hij naheffingsaanslagen OB zal opleggen. Volgens de inhoud van de brief is deze gestuurd door medewerker Y.

X heeft bezwaar gemaakt. Namens de Inspecteur heeft Y over het bezwaar met X gecorrespondeerd.

Vervolgens heeft de Inspecteur bij uitspraken op bezwaar de bezwaren tegen de naheffingsaanslagen ongegrond verklaard. De brief waarin de motivering voor die beslissingen wordt gegeven is namens de Inspecteur ondertekend door Y.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de betrokkenheid van Y bij de primaire besluitvorming, anders dan de Inspecteur betoogt, niet is beperkt tot de administratieve verwerking daarvan, maar dat Y de naheffingsaanslagen (mede) heeft vastgesteld. Dat betekent dat degene die de uitspraken op bezwaar heeft gedaan eveneens degene is die (mede) de primaire besluiten heeft genomen. Dat is in strijd met artikel 10:3, lid 3, Awb.

De uitspraken op bezwaar zijn onbevoegd genomen. De Inspecteur wordt met toepassing van de bestuurlijke lus in de gelegenheid gesteld het gebrek te herstellen door uitspraken op bezwaar te laten doen door een wel bevoegde functionaris.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2015-2017
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
25 mei 2023
Rolnummer
19/673; 19/674; 19/675; 19/676; 19/677
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2023:3614
Auteur(s)
mr. S.L. Verkaik
Booij Bikkers Advocaten
NLF-nummer
NLF 2023/1490
Aflevering
6 juli 2023
Judoregnummer
JCDI:NFB5858
bwbr0005537&artikel=10:3,bwbr0005537&artikel=10:3,bwbr0005537&artikel=8:51a,bwbr0005537&artikel=8:51a

Naar de bovenkant van de pagina