Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

X (belanghebbende) woont het gehele jaar 2019 in het Verenigd Koninkrijk. De Inspecteur heeft vóór het verstrijken van de laatste door hem gestelde termijn (van 5 maart 2021) geen aangifte IB 2019 van X ontvangen. Met dagtekening 28 juli 2021 is aan X ambtshalve een aanslag IB 2019 opgelegd. Gelijktijdig met de aanslag is een verzuimboete opgelegd van € 385 wegens het niet (tijdig) doen van de aangifte.

In bezwaar en beroep is de aanslag verminderd tot nihil. De verzuimboete is gehandhaafd.

X neemt bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant het standpunt in geen uitnodiging en aanmaning voor het doen van aangifte IB 2019 te hebben ontvangen zodat aan hem geen boete kan worden opgelegd.

Naar het oordeel van de Rechtbank heeft de Inspecteur niet aannemelijk gemaakt dat de uitnodiging en de aanmaning voor het doen van aangifte IB 2019 X hebben bereikt. De verzuimboete wordt daarom vernietigd. Voorts dient de Inspecteur het griffierecht aan X te vergoeden.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2019
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
19 maart 2024
Rolnummer
23/474
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2024:1818
NLF-nummer
NLF 2024/0823
Aflevering
2 april 2024

Naar de bovenkant van de pagina