Direct naar content gaan

Samenvatting

Artsenfederatie X verricht onder meer opleidings- en registratiediensten ten behoeve van artsen. In geschil is of op deze diensten de sociaal- culturele vrijstelling van toepassing is (artikel 11, eerste lid, onderdeel f, Wet OB 1968). Tot 1 januari 2006 waren in bijlage B bij artikel 7 van het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 de ondernemers opgenomen aan wie een vrijstelling was verleend. De erkenning van een lichaam of organisatie als instelling in de zin van dit artikel is een bevoegdheid van de Inspecteur, die door de Rechtbank getoetst moet kunnen worden (vgl. HvJ, 15 november 2012, C-174/11, Zimmermann). De nationale rechter moet, rekening houdend met alle relevante elementen, vaststellen of de belastingplichtige een instelling van sociale aard is. Rechtbank Gelderland oordeelt dat de Inspecteur het begrip sociale zekerheid te beperkt uitlegt. Kwaliteitsbewaking en opleiding van artsen zijn nauw samenhangende diensten, aldus de Rechtbank. De Inspecteur heeft de Rechtbank niet in de gelegenheid gesteld de afwijzende beschikking te toetsen aan de hand van de relevante toewijzingsbeschikkingen. Er is sprake van één andere afwijzende beschikking, waarin de Inspecteur het begrip sociale zekerheid eveneens te beperkt heeft uitgelegd. Nu de Inspecteur een onjuiste toets heeft uitgevoerd en de Rechtbank niet in de gelegenheid heeft gesteld het onderhavige besluit volledig te toetsen, moet er – ter uitsluiting van mogelijke strijd met het fiscale neutraliteitsbeginsel – van worden uitgegaan dat X moet worden beschouwd als instelling van sociale aard en in aanmerking komt voor de vrijstelling.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
24 juli 2012 >
Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum instantie
20 september 2016
Rolnummer
13/7067
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2016:4991
NLF-nummer
NLF 2016/0270
Aflevering
13 oktober 2016
bwbr0002629&artikel=11&lid=1,bwbr0002629&artikel=11&lid=1,bwbr0002633&artikel=7,bwbr0002633&artikel=7

Naar de bovenkant van de pagina