Direct naar content gaan

Samenvatting

Y (bv; belanghebbende), gevestigd te Spanje, heeft als rechtsopvolger bij een juridische fusie in 2020 de rechten en verplichtingen van X (bv) overgenomen.

X maakte als houdster- en financieringsmaatschappij deel uit van een in Argentinië ontstaan concern dat wereldwijd actief is in de productie van uit staal gebouwde turbines voor de opwekking van wind-, water- en nucleaire energie.

Bij de kwijtschelding van een schuld is (na verrekening van een interestcorrectie) door X een valutawinst behaald van € 577.874. Deze valutawinst heeft X in de aangifte vpb 2016 verwerkt als een informeelkapitaalstorting. De Inspecteur heeft de informeelkapitaalstorting van € 577.874 niet geaccepteerd en heeft dit bedrag tot de winst gerekend.

In geschil is of het valutaresultaat behaald op voornoemde schuld belast is. Niet in geschil is dat de schuld civielrechtelijk een lening is. Voorts is geen sprake van een bodemlozeputlening, schijnlening of deelnemerschapslening (vgl. HR 27 januari 1988, 23.919, ECLI:NL:HR:1988:ZC3744).

In geschil is het antwoord op de vraag of het valutaresultaat buiten de winst valt omdat sprake zou zijn van een onzakelijke lening. Dat is volgens Rechtbank Den Haag niet het geval. Voor X als debiteur vallen valutaresultaten op de schuld als vreemd vermogen hoe dan ook in de winstsfeer.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Belastingtijdvak
2016
Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum instantie
24 januari 2023
Rolnummer
21/6824
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2023:776
Auteur(s)
drs. N.M. Ligthart
Maarschalk|Ligthart Accountants & Belastingadviseurs
NLF-nummer
NLF 2023/0468
Aflevering
2 maart 2023
Judoregnummer
JCDI:NFB5632
bwbr0002672&artikel=8,bwbr0002672&artikel=8

Naar de bovenkant van de pagina