Direct naar content gaan

Samenvatting

Een man heeft zijn aangifte IB/Premie 2005 op 14 maart 2006 ingediend. Op 1 januari 2008 heeft de inspecteur de aanslagregeling IB/premie 2005 van de man ter hand genomen. Daarbij bleek dat het eigenwoningforfait tot een te laag bedrag in de aangifte was vermeld. Op 22 maart 2008 wordt de definitieve aanslag opgelegd met een te betalen bedrag van 526 euro. Tevens wordt 51 euro heffingsrente in rekening gebracht. De man stelt zich op het standpunt dat de inspecteur de definitieve aanslag binnen één jaar na afloop van het belastingjaar 2005, dus uiterlijk op 31 december 2006, had moeten opleggen en dat er daarom te veel heffingsrente in rekening is gebracht.
Het Hof gaf de man geen gelijk waarop hij cassatieberoep instelde.
De Hoge Raad bevestigt echter het oordeel van het Hof. De definitieve aanslag is ruimschoots binnen de wettelijke termijn van artikel 11, lid 3, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen opgelegd. De bij beschikking in rekening gebrachte heffingsrente is eveneens vastgesteld in overeenstemming met de toepasselijke wettelijke regeling. De door de man gestelde termijn van één jaar geldt slechts als een streeftermijn. De slotsom is dat de inspecteur niet onzorgvuldig heeft gehandeld, aldus de Hoge Raad.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2005 - 2006
Instantie
HR
Datum instantie
25 februari 2011
Rolnummer
09.03966
ECLI
ECLI:NL:HR:2011:BP5536
bwbid=bwbr0&artikel=11,bwbid=bwbr0&artikel=30f,bwbr0002320&artikel=30fb&lid=1,bwbr0002320&artikel=30fc&lid=1,bwbr0002320&artikel=30fc&lid=3

Naar de bovenkant van de pagina