Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft voor een anbi-stichting (hierna: A) een landelijk automatiseringssysteem ontwikkeld. In de periode vóór 1 januari 2014 hebben drie personen, onder begeleiding van X, in het kader van een stage, ICT-werkzaamheden verricht voor A. In het tijdvak 1 januari 2014 tot en met 31 december 2015 heeft X deze drie personen (hierna: de medewerkers), na afronding van hun stage en MBO-opleiding, ICT-werkzaamheden voor A laten verrichten. X betaalde de medewerkers hiervoor loon en droeg voor hen de loonheffingen af. Voorts bracht hij voor de medewerkers kosten bij A in rekening (een vaste vergoeding van € 30 per arbeidsuur). De medewerkers zijn in de periode na 31 december 2015 door A in dienst genomen.

X heeft nagelaten ter zake van de detachering omzetbelasting in rekening te brengen aan A.

In geschil is of terecht en tot het juiste bedrag een naheffingsaanslag omzetbelasting is opgelegd in verband met het ter beschikking stellen van de medewerkers aan A.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X ten aanzien van het uitlenen van de medewerkers ondernemer is voor de omzetbelasting. X komt niet in aanmerking voor toepassing van de sociaal culturele vrijstelling. Evenmin is de onderwijsvrijstelling van toepassing. Van gewekt vertrouwen is voorts geen sprake. Het hoger beroep is alleen gegrond omdat de naheffingsaanslag enigszins wordt verminderd, te weten van € 48.441 tot € 46.889.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2014-2015
Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
Datum instantie
1 november 2022
Rolnummer
21/00644
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2022:9262
NLF-nummer
NLF 2022/2299
Aflevering
24 november 2022
bwbr0002629&artikel=11&lid=1,bwbr0002629&artikel=11&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina