Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie(3)
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

In deze WOZ-zaak heeft Rechtbank Oost-Brabant de Heffingsambtenaar veroordeeld tot vergoeding van de kosten van X in bezwaar en beroep tot een bedrag van € 22. Dit bedrag bestaat uit € 8 aan reiskosten en € 14 aan verletkosten. Voor de verletkosten is de Rechtbank uitgegaan van het minimum uurtarief van € 7 genoemd in artikel 2, lid 1, aanhef en onderdeel d, Bpb.

Voor Hof Den Bosch was onder meer de vergoeding van proceskosten in geschil. Het Hof heeft het hoger beroep van X ongegrond verklaard.

In cassatie betoogt X dat tussen partijen niet in geschil was dat de verletkosten van X hoger waren dan het destijds geldende maximum uurtarief van € 78 uit artikel 2, lid 1, aanhef en onderdeel d, Bpb. Buiten geschil was dat de verletkosten van X € 85 per uur bedroegen. Het Hof heeft derhalve miskend dat de Rechtbank buiten de grenzen van het geschil is getreden door desalniettemin het uurtarief op € 7 vast te stellen. De door X in bezwaar en beroep gemaakte reis- en verletkosten dienen te worden vergoed met toepassing van het besluit tot een bedrag van € 164, aldus de Hoge Raad.

Artikel 8:69 Awb bepaalt dat de rechter beslist op de grondslag van het beroepschrift, de overgelegde stukken, het verhandelde tijdens het vooronderzoek en het onderzoek ter zitting. Een rechter mag alleen oordelen over het geschil dat partijen voorleggen. In deze procedure was niet in geschil dat de door belanghebbende gemaakte verletkosten € 85 per uur bedroegen. Dit was meer dan het destijds geldende maximum van € 78 per uur, waardoor partijen het erover eens waren dat voor de verletkosten een bedrag van 2 uren maal € 78 moest worden gehanteerd. Ondanks dat partijen hierover overeenstemming hadden, oordeelden de Rechtbank en het Hof dat het uurtarief moest worden vastgesteld op het minimumbedrag van € 7. Dat is een oordeel over een geschil dat buiten de rechtsstrijd van de partijen lag. De beslissing van de Hoge Raad is naar mijn mening volstrekt terecht.

Voor een inhoudelijke behandeling van het vergoeden van verletkosten verwijs ik graag naar mijn noot bij het arrest met nummer 15/02193, die hiervoor in deze aflevering is opgenomen (NLF 2016/0239).

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2012
Instantie
HR
Datum instantie
16 september 2016
Rolnummer
15/04405
ECLI
ECLI:NL:HR:2016:2083
Auteur(s)
mr. W.E. Nent
BDO
NLF-nummer
NLF 2016/0240
Aflevering
13 oktober 2016
Judoregnummer
JCDI:NFB38
,bwbr0006358

Naar de bovenkant van de pagina