Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Een man is mede-eigenaar en huurder van een babyspeciaalzaak. Deze winkel vormt met twee bovenwoningen een geheel pand. Het gehele pand is in december 2013 verkocht voor een bedrag van € 555.000.
De gemeente Weert heeft de WOZ-waarde van de winkel voor het tijdvak 2012 vastgesteld op € 782.000. De man vindt deze waarde te hoog en bepleit een waarde van € 656.000.
In de bezwaarfase heeft de heffingsambtenaar geweigerd de huisnummers te verstrekken van de door hem gebruikte referentieobjecten. Wel heeft hij van deze objecten de straten genoemd, de ingangsdata van de huurovereenkomsten, de huurprijzen en de oppervlakten. De huisnummers heeft hij in de procedure voor Rechtbank Limburg alsnog verstrekt.
Hof Den Bosch oordeelt dat de heffingsambtenaar al in de bezwaarfase de huisnummers van de referentieobjecten had moeten verstrekken. Het is bij een waardering gebaseerd op vergelijking met andere objecten van essentieel belang om te weten om welk referentieobject het precies gaat. Zonder dit gegeven kan een belastingplichtige de door de heffingsambtenaar verstrekte gegevens niet controleren.
Voor wat betreft de waarde oordeelt het Hof dat het de man vrij staat op alle manieren de door hem bepleite waarde aannemelijk te maken.
Hoewel bij een vergelijkingsmethode vergelijking met daadwerkelijk gerealiseerde transacties dicht bij de peildatum het uitgangspunt vormt, kan de belanghebbende ook ander bewijs hanteren.
In het onderhavige geval hecht het Hof onder andere belang aan huurvraagprijzen alsmede aan de verkoopprijs van het gehele pand, hoewel de datum van verkoop enkele jaren na de waardepeildatum ligt.
Al met al acht het Hof de door de man bepleite waarde van € 656.000 eerder te hoog dan te laag.

Metadata

Rubriek(en)
Overig
Belastingtijdvak
2012
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
19 juni 2014
Rolnummer
13/00562
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2014:1818
bwbid=bwbr0&artikel=17,bwbid=bwbr0&artikel=40

Naar de bovenkant van de pagina