Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

In het arrest van het HvJ van 17 oktober 2018 (C-503/17, ECLI:EU:C:2018:831; het Niet-nakomingsarrest) is geoordeeld dat het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (hierna: het VK) de verplichtingen krachtens Richtlijn 95/60 betreffende het merken van gasolie en kerosine voor fiscale doeleinden niet is nagekomen door het gebruik van gemerkte brandstof voor particuliere pleziervaartuigen toe te staan.

Op 21 december 2020 heeft de Europese Commissie krachtens artikel 260 VWEU het onderhavige beroep ingesteld, waarin zij het HvJ vraagt om vast te stellen dat het VK de verplichtingen uit het Niet-nakomingsarrest niet is nagekomen en waarin zij het HvJ verzoekt een financiële sanctie op te leggen.

Het HvJ stelt de Commissie in het gelijk. Het VK wordt veroordeeld tot betaling aan de Europese Commissie van een forfaitaire som van € 32 miljoen.

A-G Collins (8 december 2022, C-692/20, ECLI:EU:C:2022:972) was in zijn conclusie uitgekomen op een forfaitaire som van € 17 miljoen.

Metadata

Rubriek(en)
Europees belastingrecht
Belastingtijdvak
17 oktober 2018 e.v.
Instantie
HvJ
Datum instantie
27 september 2023
Rolnummer
C-692/20
ECLI
ECLI:EU:C:2023:707
Auteur(s)
A. de Leeuw-Schoneveld LLM
Erasmus Universiteit Rotterdam
NLF-nummer
NLF 2023/2348
Aflevering
19 oktober 2023
Judoregnummer
JCDI:NFB6035
bwbv0001506&artikel=260,bwbv0001506&artikel=260

Naar de bovenkant van de pagina