Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Een fiscale eenheid heeft in de jaren 1999-2000 een overdekt zwembad gebouwd nabij een door een zustervennootschap gedreven camping. De eenheid heeft voorts bij de camping recreatiewoningen gebouwd en verkocht; 32 in 1997 en 40 in 1998. Met betrekking tot het te bouwen zwembad bleek uit een haalbaarheidsonderzoek dat door hoge kapitaalslasten jaarlijks een exploitatietekort moest worden verwacht. Van dit tekort zou een gedeelte door de gemeente worden gedragen en het resterende deel door de eenheid. De middelen daarvoor verwierf de eenheid vooral uit hoge winsten op de nieuw gebouwde recreatiewoningen. Bij de verkoop had de eenheid zich weliswaar niet verplicht een zwembad te bouwen maar dat wel in het vooruitzicht gesteld. De eenheid heeft in de aangiften Vpb 1997 en 1998 ten laste van de winst een voorziening gevormd voor zogenoemde dekkingsbijdragen zwembad. Aan die voorziening werd per in 1997 en 1998 verkochte recreatiewoning fl. 30.000 toegevoegd. Voor 1997 ging het om een bedrag van fl. 960.000 en voor 1998 fl. 1.200.000. De eenheid rechtvaardigde de voorziening met de stelling dat de bungalows niet hadden kunnen worden verkocht zonder het vooruitzicht op een zwembad.
Het Hof achtte de vorming van de voorziening in strijd met goedkoopmansgebruik.
De Hoge Raad beslist echter dat ervan moet worden uitgegaan dat het verkoopresultaat van de recreatiewoningen mede is behaald door de verwachting van het te bouwen zwembad. Daarom mag bij de bepaling van de winst op die verkopen rekening worden gehouden met die gewekte verwachtingen. Tot het bedrag van de verkoopopbrengst dat aan die verwachtingen kan worden toegerekend mag een passiefpost worden gevormd die te zijner tijd in mindering moet worden gebracht op de stichtingskosten van het zwembad indien en voorzover de bedrijfswaarde op het moment van ingebruikname lager is.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Belastingtijdvak
1997 - 1998
Instantie
HR
Datum instantie
9 januari 2004
Rolnummer
38.536
ECLI
ECLI:NL:HR:2004:AO1499

Naar de bovenkant van de pagina