Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

In hun hogere voorziening verzoeken Eurobolt BV, Fabory Nederland BV en ASF Fischer BV (hierna: ‘rekwirantes’) – drie in Nederland gevestigde ondernemingen die ijzeren of stalen bevestigingsmiddelen importeren en verkopen – het HvJ om vernietiging van het arrest van het Gerecht van de EU (18 mei 2022, T-479/20 (Eurobolt e.a./Commissie), ECLI:EU:T:2022:304), waarbij het beroep is verworpen dat zij hadden ingesteld tot nietigverklaring van Uitvoeringsverordening 2020/611 van de Commissie van 30 april 2020 tot het opnieuw instellen van het bij Verordening 91/2009 van de Raad ingestelde definitieve antidumpingrecht op bepaalde soorten ijzeren of stalen bevestigingsmiddelen van oorsprong uit de Volksrepubliek China ten aanzien van bepaalde soorten uit Maleisië verzonden ijzeren of stalen bevestigingsmiddelen, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Maleisië.

Rekwirantes voeren zeven middelen aan. Overeenkomstig het verzoek van het HvJ beperkt A-G Emiliou zich in zijn analyse in deze conclusie tot het zesde middel, dat eraan is ontleend dat het Gerecht, door te oordelen dat de litigieuze verordening een juiste rechtsgrondslag heeft, blijk heeft gegeven van een onjuiste uitlegging en een onjuiste toepassing van artikel 13, lid 1, Verordening 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie, van artikel 5, lid 1 en 2, VEU en van het beginsel van behoorlijk bestuur.

Bij de behandeling van dit middel in hogere voorziening moet het HvJ, kort gezegd, de volgende vraag beantwoorden: Verzet de intrekking van een verordening tot instelling van een antidumpingrecht op de invoer van oorsprong uit een derde staat, wegens mogelijke strijdigheid met de regels van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), zich ertegen dat de Commissie dit recht uitbreidt tot de invoer uit een andere derde staat, om redenen van ontwijking, zelfs wanneer de uitbreiding betrekking heeft op de periode vóór de intrekking van de verordening en de invoer overeenkomstig de toepasselijke antidumpingregels is geregistreerd?

Volgens de A-G is dat niet het geval. Hij geeft het HvJ in overweging om het zesde middel in hogere voorziening van Eurobolt BV, Fabory Nederland BV en ASF Fischer BV af te wijzen.

Metadata

Rubriek(en)
Douane
Belastingtijdvak
2012-2013
Instantie
A-G HvJ
Datum instantie
7 september 2023
Rolnummer
C-517/22 P
Auteur(s)
mr. J.A.H. Hollebeek
Deloitte
NLF-nummer
NLF 2023/2091
Aflevering
21 september 2023
Judoregnummer
JCDI:NFB5985

Naar de bovenkant van de pagina