Samenvatting
Op 11 mei 2022 is Warner Bruins Slot overleden. Fred van Horzen schreef een in memoriam.
Opinie
Mijn eerste contact met Warner dateert uit 1983. Als pas begonnen assistent bij Meijburg & Co werd mij gevraagd telefonisch contact op te nemen met de Inspecteur van een klant van ons kantoor, een financiële instelling. Die Inspecteur was Warner. Warner verbond zich 20 jaar later in 2003 als ‘of counsel’ aan Meijburg. In de jaren daarvoor werd zijn naam binnen Meijburg vaak genoemd tijdens vaktechnische overleggen waar collega’s hun ervaringen deelden over de in hun ogen vaak originele, verrassende en minder conventionele opvattingen van Warner. Zijn overstap naar Meijburg haalde destijds zelfs het Financieele Dagblad (‘Markante topman fiscus weg’).
Warner was een veelzijdig fiscalist en een fijne, bescheiden collega. Hij hield er geheel eigen en originele opvattingen op na over een breed scala aan fiscale onderwerpen: goed koopmansgebruik in het algemeen; de problematiek van het samenhangend waarderen en de invloed daarvan op de winstbepaling bij ‘market makers’; de gevolgen van hyperinflatie op de vrij te stellen winst van een vaste inrichting; de omvang van de zogenoemde tweede limiet bij indirect met vreemd vermogen gefinancierde ‘SPV’s’; de fiscale kwalificatie van ‘additional tier 1 capital’; de problematiek van de onzakelijke lening; opties en de deelnemingsvrijstelling; de fiscale problematiek van converteerbare obligaties; de waardering van interest rate swaps; het fiscale onderscheid tussen een verplichting en een voorziening; de openingsbalansproblematiek bij de aanvang van de belastingplicht van overheidsbedrijven; de afschrijving ineens van voortbrengingskosten, enz. Zijn geheel eigen en originele opvattingen blijken ook uit zijn ‘magnum opus’, het proefschrift ‘Leasing in de vennootschapsbelasting’ waarop hij in 2006 promoveerde aan de Universiteit van Tilburg. Het proefschrift is door hem uitgegeven in eigen beheer, bij Uitgeverij Zacheüs te Baambrugge.
Ook schreef hij over de houding van de Belastingdienst tegenover belastingplichtigen, naar aanleiding van procedures over de vraag of uitgaven voor elektrische hulpmiddelen zoals verstelbare lattenbodems en elektrisch bedienbare bedden voor bedlegerige belastingplichtigen als buitengewone lasten konden worden aangemerkt. Dit deed Warner verzuchten of een belastingambtenaar zich niet alleen zou moeten afvragen of hij gelijk heeft maar ook of hij dat gelijk te allen tijde moet halen (‘Kromme tenen’, WFR 1997/6255). Een aanbeveling die tegenwoordig nog steeds relevant is.
Warner was een fervent supporter van Feijenoord. Binnen Meijburg Amstelveen was hij daarin niet uniek. Het Amstelveense kantoor langs de A9, hoewel gelegen op zichtafstand van de Johan Cruijff Arena, herbergt relatief veel aanhangers van de club uit Rotterdam-Zuid. Wat Warner en de club uit Rotterdam-Zuid verbond was het hoge no-nonsense gehalte van de geleverde prestaties.
Per 1 januari 2019 kwam een eind aan de samenwerking tussen Warner en Meijburg en ging Warner door namens Con Sensus, als adviseur voor adviseurs. Ter gelegenheid van het afscheid is door Meijburg op 31 januari 2019 een symposium georganiseerd over goed koopmansgebruik. Als troost voor zichzelf en voor de collega’s van Meijburg stelde Warner destijds een bundel samen onder de titel ‘Wie schrijft blijft’, bestaande uit 28 columns die Warner schreef voor het Weekblad Fiscaal Recht.
Ons laatste contact stamt uit begin januari dit jaar toen ik hem vroeg of hij een bijdrage wilde leveren voor NLF-W(etenschappelijk) over de foutenleer. Dat artikel zal als gevolg van het te vroege heengaan van Warner nooit verschijnen. Wat als troost resteert voor de achterblijvers, zijn dierbare en dankbare herinneringen aan deze veelzijdige en originele fiscalist en zijn publicaties, die hopelijk zullen worden gebundeld als blijvende en tastbare nagedachtenis.