Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

De activiteiten van de eenmanszaak van X (belanghebbende) bestaan uit het leveren van thuiszorg in natura als bedoeld in de AWBZ. In 2013 en 2014 heeft X zorgwerkzaamheden verricht via twee thuiszorgorganisaties die zijn aangewezen als organisaties die AWBZ-gefinancierde thuiszorg in natura mogen verlenen en daartoe een contract hebben afgesloten met zorgkantoren (hierna: de zorgactiviteiten). X heeft met de thuiszorgorganisaties overeenkomsten gesloten.

Volgens de Inspecteur moeten de voordelen behaald met de in 2013 en 2014 verrichtte zorgactiviteiten worden aangemerkt als resultaat uit overige werkzaamheden en niet als winst uit onderneming. Hij heeft voor die jaren navorderingsaanslagen IB/PVV opgelegd. X heeft beroep ingesteld.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de Inspecteur over een nieuw feit beschikt om na te vorderen. Volgens de Rechtbank is in 2013 en 2014 geen sprake van een zelfstandig uitgeoefend beroep in de zin van artikel 3.5 Wet IB 2001. Er is niet aannemelijk gemaakt dat de in deze jaren met de zorgactiviteiten gegenereerde inkomsten kwalificeren als winst uit onderneming. X heeft daarom geen recht op de zelfstandigenaftrek en de mkb-winstvrijstelling.

Er is geen sprake van schending van het vertrouwensbeginsel. Het beroep is ongegrond. Wel bestaat recht op een immateriële schadevergoeding van € 2.400 wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2013-2014
Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum instantie
17 november 2022
Rolnummer
21/2571; 21/2572; 21/2573; 21/2574
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2022:6393
NLF-nummer
NLF 2023/0219
Aflevering
26 januari 2023

Naar de bovenkant van de pagina