Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) en zijn echtgenote exploiteerden sinds 1 mei 1997 in maatschapsverband een melkveebedrijf. X pachtte tot medio 2016 een boerderij met 38.87.50 ha cultuurgrond van het Rijksvastgoedbedrijf (RVB). De cultuurgrond behoorde tot het buitenmaatschappelijke ondernemingsvermogen van X.

X en zijn echtgenote hebben in het kader van een provinciaal programma een projectvoorstel ingediend om hun melkveehouderij om te zetten in een natuurboerderij met landbouwkundig medegebruik. Het projectvoorstel is goedgekeurd en er is subsidie verstrekt door de provincie (€ 3.040.025 voor de waardevermindering van de grond, € 188.000 voor beheerskosten en € 492.000 voor inrichtingskosten). Voorafgaand aan de realisatie heeft eerst een grondruil plaatsgevonden tussen de provincie en het RVB. X heeft daarna de boerderij en de bijbehorende cultuurgrond van de provincie gekocht. X heeft de grond vervolgens met 85% afgewaardeerd naar de natuurwaarde.

In geschil is of X voor de verkregen vergoedingen voor waardevermindering van de cultuurgrond en de beheerskosten een beroep kan doen op de vrijstelling van artikel 3.13, lid 1, aanhef en onderdeel g, Wet IB 2001 (de natuurvrijstelling). X doet in dit verband een beroep op het gelijkheidsbeginsel. Hij vraagt zich af of de wetgever de natuurvrijstelling zodanig heeft mogen vormgeven dat de toepassing van de vrijstelling beperkt is tot de vergoedingen als genoemd in artikel 6 Uitv.reg. IB 2001.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de keuze van de wetgever om de natuurvrijstelling zodanig vorm te geven dat die alleen van toepassing is in gevallen waarvan de Europese Commissie heeft geoordeeld dat het toepassen van de vrijstelling geen ongeoorloofde staatssteun vormt, niet evident van redelijke grond is ontbloot.

Het beroep van X op het gelijkheidsbeginsel als beginsel van formele wetgeving slaagt niet.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2017
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Datum instantie
21 april 2023
Rolnummer
21/1189
ECLI
ECLI:NL:RBNNE:2023:1688
Auteur(s)
drs. A.W. de Beer RB
Alfa Accountants en Adviseurs
NLF-nummer
NLF 2023/1157
Aflevering
25 mei 2023
Judoregnummer
JCDI:NFB5772
bwbr0002320&artikel=30fe&lid=2,bwbr0011353&artikel=3.13,bwbr0012031&artikel=6,bwbr0011353&artikel=3.13,bwbr0012031&artikel=6

Naar de bovenkant van de pagina