Direct naar content gaan

Samenvatting

Enkele jaren geleden stond de fiscale wereld op zijn kop toen de wetgever aankondigde het mogelijk te maken dat aan beroepsbeoefenaars opgelegde medeplegersboetes met naam, toenaam en rugnummers zouden kunnen worden gepubliceerd op de website van de Belastingdienst. Door invoering van artikel 67r AWR maakte de middeleeuwse schandpaal zijn rentree. Recentelijk heeft het EHRM zich uitgelaten over de vraag of openbaarmaking van persoonsgegevens toelaatbaar is in het kader van artikel 8 EVRM. Fleur Kossen vraagt zich af deze uitspraak gevolgen heeft voor artikel 67r AWR.

NLF-W artikel

1. Inleiding

Eenieder mag de voor hem meest gunstige fiscale route volgen, zo lang de te volgen route binnen de kaders van de wet- en regelgeving past; dat noemen we tax planning. Er is echter sprake van een kantelpunt, waardoor tax planning omslaat in agressieve tax planning. Waar dit kantelpunt precies ligt, is onderhevig aan een steeds veranderende publieke opinie. Een tiental jaren geleden lag het kantelpunt nog bij belastingontduiking, hetgeen daadwerkelijk strafbaar is. Een door de jaren heen gewijzigde publieke opinie leidt er echter toe dat inmiddels het kantelpunt voor het spreken van agressieve tax planning ver naar voren is verschoven. Niet alleen belastingontduiking, maar ook belastingontwijking – hetgeen een legale vorm van gebruikmaking van wettelijke regelingen om tot een lager te betalen belastingbedrag te komen, betreft – kan in de maatschappelijke opvatting tot de connotatie ‘agressieve tax planning’ leiden. Onder meer onthullingen als de LuxLeaks, de Panama Papers, de Paradise Papers en de Pandora Papers hebben in grote mate bijgedragen aan aandacht voor het betalen van eenieders (met name van grote multinationals) te betalen fair share aan belastingbedragen. Het is dan ook niet verwonderlijk – de vraag of het terecht is, laat ik hier even in het midden – dat de afgelopen jaren een duidelijke verharding heeft plaatsgevonden als het gaat om de aanpak van belastingontwijking en ook belastingontduiking. Een greep uit de voorbeelden waar de verharding uit blijkt: country-by-country reporting, ATAD I en II, DAC6, DAC7 en DAC8, de invoering van artikel 67o en 67r AWR en de steeds verdergaande beperking van de inkeerregeling. En ook in het Europese Parlement blijft het een onderwerp van discussie.      

Ik noemde hiervoor reeds de invoering van artikel 67r AWR. Artikel 67r AWR kan per 1 januari 2020 gerekend worden tot het pakket van transparantiemaatregelen om hard op te treden tegen belastingontwijking en belastingontduiking. Op grond van artikel 67r AWR kunnen aan beroepsbeoefenaars opgelegde medeplegersboetes, openbaar worden gemaakt: daarmee is de middeleeuwse schandpaal weer terug van weggeweest. Voorts is het opvallend dat de staatssecretaris de maatregel niet kwalificeert als ‘leedtoevoeging’. Eerder heb ik me al afgevraagd of deze stelling houdbaar is, gelet op de kwalificatie van een ‘criminal charge’ in de zin van artikel 6 EVRM. Daar zal ik in dit artikel echter niet nader op ingaan. In dit artikel zal ik ingaan op de vraag of de werking van artikel 67r AWR kan worden beperkt door artikel 8 EVRM: het recht op eerbiediging van privé-, familie- en gezinsleven. Ondanks dat de uitspraak niet ziet op de door mij hiervoor gestelde vraag, betreft het niettemin een interessante uitspraak. Recentelijk heeft het EHRM zich namelijk uitgelaten over het openbaar maken van persoonsgegevens in het kader van de belastingheffing in het kader van artikel 8 EVRM. In deze bijdrage zal ik dan ook ingaan op de vraag of en, zo ja, welke gevolgen de uitspraak van het EHRM heeft voor artikel 67r AWR.

Log hier in om verder te lezen

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Wetsartikelen
Auteur(s)
mr. M.F. Kossen
Radboud Universiteit Nijmegen / FT-advocaten
NLF-nummer
NLF-W 2023/37
Judoreg
NFB6084
Publicatiedatum
20 november 2023
bwbr0002320&artikel=67r,bwbv0001000&artikel=8

Naar de bovenkant van de pagina