KG:013:2024:4 Kan er een naheffingsaanslag worden opgelegd bij het overtreden van de handelaarsregeling, terwijl het onderliggende motorrijtuig is vrijgesteld van belasting of het tarief aan belasting nihil is?
Publicatiedatum 14-06-2024, 11:08 | Laatste update 14-06-2024, 11:08 | Standpunt
Aanleiding
Uitgangspunt is dat voor ieder motorrijtuig door de houder motorrijtuigenbelasting wordt betaald. Er is een fiscale faciliteit (handelaarsregeling) voor motorrijtuigen, die in een bedrijfsvoorraad staan (of bij een herstelbedrijf zijn voor het verrichten van werkzaamheden). Als aan de voorwaarden van de handelaarsregeling wordt voldaan, hoeft voor deze motorrijtuigen geen belasting afzonderlijk te worden voldaan. Tijdens weggebruik met deze motorrijtuigen, moeten ze voorzien zijn van een geldig handelaarskenteken. Voor het handelaarskenteken wordt de verschuldigde belasting berekend op basis van het bedrag voor een personenauto met een eigen massa van 1000 kg, over een tijdvak van drie maanden.
Met de handelaarskentekenplaat kan afwisselend met verschillende motorrijtuigen uit de bedrijfsvoorraad gebruik van de weg worden gemaakt en zijn gewicht, brandstof of type van het onderliggende motorrijtuig niet van belang. Als niet aan de voorwaarden van de handelaarsregeling is voldaan, kan er een naheffingsaanslag/boetebeschikking worden opgelegd (artikel 69 van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 (hierna: Wet MRB 1994)).
Voor een elektrisch motorrijtuig geldt op basis van artikel 23b Wet MRB 1994 het nihiltarief. Daarnaast zijn diverse motorrijtuigen, onder voorwaarden, vrijgesteld voor de Wet MRB 1994 (artikel 72 en 73 Wet MRB 1994).
Vragen
- Kan op basis van artikel 69 Wet MRB 1994 een naheffingsaanslag worden opgelegd voor het niet voeren van een handelaarskentekenplaat voor een motorrijtuig dat is opgenomen in de bedrijfsvoorraad en waarop het nihiltarief c.q. een vrijstelling van toepassing is?
- Maakt het hierbij uit dat voor dit motorrijtuig geen belasting verschuldigd zou zijn wanneer belanghebbende het motorrijtuig niet in de bedrijfsvoorraad zou hebben opgenomen?
Antwoorden
- Ja, op basis van de wettelijke regeling kan er een naheffingsaanslag worden opgelegd nu er niet wordt voldaan aan de voorwaarden van de handelaarsregeling.
- Nee, het is niet van belang of voor het motorrijtuig, als het niet in de bedrijfsvoorraad zou zijn opgenomen, een nihiltarief of een vrijstelling van toepassing is. De naheffing wordt opgelegd omdat de voorwaarden van de handelaarsregeling niet zijn nageleefd. De naheffing wordt niet opgelegd om de niet betaalde belasting voor het motorrijtuig, waarvan weggebruik is geconstateerd, na te heffen.
Beschouwing
Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat een naheffingsaanslag wordt opgelegd op basis van het handelaarskentekentarief over een tijdsduur van twaalf maanden. Een naheffingsaanslag wordt opgelegd ten einde misbruik van de regeling te voorkomen (Kamerstukken II 1990/91, 22238, nr 3, pagina 18). Deze naheffingsaanslag wordt opgelegd conform artikel 69 Wet MRB 1994 vanwege het niet voldoen aan de voorwaarden van de handelaarsregeling en dus niet op het onderliggende motorrijtuig. Het tijdvak waarover de naheffingsaanslag wordt berekend is twaalf maanden en het tarief is gebaseerd op een personenauto met een eigen massa van 1000 kg, rijdend op benzine.
Op grond van artikel 1, tweede lid, Wet MRB 1994 in samenhang met artikel 3 van het Uitvoeringsbesluit MRB 1994, zijn met betrekking tot het gebruik van motorrijtuigen die behoren tot de bedrijfsvoorraad de krachtens artikel 37, derde en vierde lid, Wegenverkeerswet 1994 gestelde voorwaarden - voor het gebruik van die motorrijtuigen en de aldaar bedoelde kentekens - van toepassing. Nadere regels ter uitvoering van onder meer het bepaalde in artikel 37 van de Wegenverkeerswet 1994 zijn gesteld in het Kentekenreglement. In artikel 44, derde lid, van het Kentekenreglement is bepaald dat handelaarskentekenplaten moeten worden gebruikt voor motorrijtuigen die behoren tot de bedrijfsvoorraad van degene aan wie het kenteken is opgegeven.
Het specifieke karakter van de handelaarsregeling is dat de verschuldigdheid van de belasting niet concreet is gekoppeld aan één bepaald motorrijtuig. Voor motorrijtuigen in de bedrijfsvoorraad is in principe geen MRB verschuldigd. Alleen voor het handelaarskenteken is MRB verschuldigd. Het maakt daarbij niet uit hoeveel motorrijtuigen tot de bedrijfsvoorraad behoren en voor hoeveel motorrijtuigen de handelaarskentekenplaten worden gebruikt. Bij een naheffing op basis van artikel 69 Wet MRB 1994 wordt een aanslag opgelegd naar het handelaarskentekentarief. Er wordt geen rekening gehouden met kenmerken en omstandigheden van het motorrijtuig waarmee de voorwaarden van de handelaarsregeling zijn geschonden. Het is dan ook niet van belang of voor deze motorrijtuigen motorrijtuigenbelasting verschuldigd is wanneer ze niet in de bedrijfsvoorraad zouden zijn opgenomen (Rechtbank Gelderland 7 mei 2013, ECLI:NL:RBGEL:2013:BZ9260; Hof Arnhem-Leeuwarden 28 januari 2014, ECLI:NL:GHARL:2014:637).