Tussenevaluatie fiscale regelingen emissieloze voertuigen en plug-in-hybrides

Samenvatting

De staatssecretaris heeft mede namens de minister van I&W een tussenevaluatie van de fiscale regelingen voor emissieloze voertuigen en plug-in-hybrides, naar de Tweede Kamer gezonden.

In deze evaluatie staan zes fiscale regelingen centraal die bedoeld zijn ter stimulering van de aanschaf en het gebruik van plug-in hybride elektrische voertuigen (PHEV’s) en emissievrije voertuigen (EV’s). Middels deze fiscale regelingen gelden er voor PHEV’s en EV’s andere tarieven voor de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (BPM), motorrijtuigenbelasting (MRB) en bijtelling. Het gaat om de volgende regelingen:

• nihiltarief in de BPM voor EV’s;
• halftarief in MRB voor voertuigen met een CO₂-uitstoot 1-50 gr/km;
• nihiltarief in MRB voor EV’s;
• kilocorrectie MRB voor bestelauto’s met elektromotor;
• bijtelling voor voertuigen met een CO₂-uitstoot 1-50 gr/km;
• lagere bijtelling voor EV’s.

Op hoofdlijnen blijkt uit de evaluatie het volgende:

• Gegeven het doel en het streven uit het Klimaatakkoord om 100% van de nieuwverkopen van personenauto’s in 2030 EV’s te laten zijn is het volgens de onderzoekers niet duidelijk waarom in het Klimaatakkoord het halftarief in de MRB voor PHEV’s is verlengd. Deze regeling is namelijk niet gericht op EV’s maar op PHEV’s.
• Een ontwikkeling die duidelijk naar voren komt is het stabiliserende aantal nieuwe EV’s met een lagere bijtelling. De onderzoekers achten het aannemelijk dat dit komt door de verhoging van het bijtellingspercentage in 2020 en 2021 en de in hoogte afnemende cap op het bijtellingspercentage die in 2019 is ingevoerd.
• Voor de fiscale regelingen ten behoeve van EV’s geldt dat ze allemaal hebben bijgedragen aan emissievrij rijden. Met name het verlaagde bijtellingspercentage voor EV’s lijkt een groot effect te hebben gehad.
• Het budgettair belang van de fiscale regelingen voor (PH)EV’s bedroeg in 2021 € 686 miljoen. De grootste kostenpost is de lagere bijtelling voor EV’s (€ 481 miljoen). Voor het bepalen van het budgettair belang zijn onder meer de gedragseffecten en dervingen in de accijns voor benzine en diesel niet meegenomen.
• Voor het toekomstige stimuleringsbeleid voor (PH)EV’s geldt dat er allereerst kritisch gekeken moet worden naar de formulering, inzet en evaluatie van het (PH)EV-beleid. Ten aanzien van de formulering van het beleid geldt dat er middels het Klimaatakkoord een duidelijk doel vastligt (100% van de nieuwverkopen zijn EV’s in 2030), maar dat er ook nog onduidelijkheden zijn (onder meer rond de positie van PHEV’s).