Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie(69)
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Een inmiddels overleden man en zijn echtgenote hebben in 2001 voor een bedrag van in totaal fl. 200.000 leningen verstrekt aan een vof waarvan hun meerderjarige zoon samen met een derde persoon vennoot was. In 2003 is de vof ontbonden en heeft de zoon de onderneming als eenmanszaak voortgezet. In 2006 heeft de zoon de onderneming beëindigd en inmiddels is de zoon toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling.
Hoewel geldleningen tussen ouders en kind ten behoeve van de onderneming van het kind op zichzelf niet ongebruikelijk zijn, oordeelt de Rechtbank dat de leningen uit 2001 als ongebruikelijke terbeschikkingstellingen in de zin van artikel 3.91, derde lid van de Wet inkomstenbelasting 2001 moeten worden aangemerkt. Aangezien niet of nauwelijks daadwerkelijke en afdwingbare zekerheid is bedongen voor de terugbetaling van de geleende geldbedragen, is in zoverre sprake van onzakelijke voorwaarden die tussen derden niet normaal zijn. Daar komt bij dat de leningen door het echtpaar gefinancierd zijn door hun woning verder te bezwaren met hypothecaire leningen terwijl zij een groot belang hadden bij de woning in onbezwaarde staat omdat deze bedoeld was voor de oudedagsvoorziening. Onder deze omstandigheden is sprake van leningen die ook in de (onderhavige) relatie tussen ouders en kind ongebruikelijk zijn.
De Rechtbank acht voldoende onderbouwd dat de leningen uit 2001 in 2004 oninbaar konden worden gesteld. Zij gaat er voorts vanuit dat de leningen op beide echtelieden voor de helft drukken en dat de verliezen daaruit eveneens bij beiden voor de helft zijn opgekomen. De helft van de oninbaar gestelde leningen uit 2001, kan derhalve als negatief resultaat uit overige werkzaamheden in mindering worden gebracht op het inkomen 2004 van de overleden man.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2004
Instantie
Rechtbank Arnhem
Datum instantie
27 oktober 2009
Rolnummer
09/965
ECLI
ECLI:NL:RBARN:2009:BK6854
bwbid=bwbr0&artikel=2.17,bwbid=bwbr0&artikel=3.91

Naar de bovenkant van de pagina