Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Rechtbank Overijssel heeft op 10 februari 2020 uitspraak gedaan met toepassing van artikel 8:54 Awb (vereenvoudigde behandeling) en het beroep van X (belanghebbende) gegrond verklaard. Daarbij is aan X een proceskostenvergoeding voor het beroep toegekend. De Rechtbank heeft die vergoeding met toepassing van het Bpb vastgesteld op € 261 (1 punt, wegingsfactor 0,5).

In verzet was de hoogte van de proceskostenvergoeding in geschil. De Rechtbank heeft het verzet ongegrond verklaard omdat niet was gesteld of gebleken dat ten onrechte tot vereenvoudigde behandeling van het beroep was overgegaan.

X heeft cassatieberoep ingesteld en de Hoge Raad verklaart dat gegrond.

Verzet tegen een met toepassing van artikel 8:54 Awb gedane uitspraak van de Rechtbank kan ook zijn gericht tegen de hoogte van de in die uitspraak toegekende proceskostenvergoeding. Volgens onderdeel B1 van de bijlage bij het Bpb diende voor de beroepsfase te worden uitgegaan van een waarde van € 525 per punt zodat de proceskostenvergoeding € 262,50 moest zijn en niet € 261. Om redenen van proceseconomie herstelt de Hoge Raad deze kennelijke fout.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2020
Instantie
HR
Datum instantie
9 april 2021
Rolnummer
20/01743
ECLI
ECLI:NL:HR:2021:525
Auteur(s)
mr. S.L. Verkaik
Booij Bikkers Advocaten
NLF-nummer
NLF 2021/0838
Aflevering
22 april 2021
Judoregnummer
JCDI:NFB4276
bwbr0002320&artikel=28&lid=2,bwbr0005537&artikel=8:54,bwbr0005537&artikel=8:55,bwbr0005537&artikel=8:55&lid=1,bwbr0002320&artikel=28&lid=2,bwbr0005537&artikel=8:54,bwbr0005537&artikel=8:55

Naar de bovenkant van de pagina