Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

De Heffingsambtenaar heeft de WOZ-waarde van een object voor het kalenderjaar vastgesteld op € 273.000.

X (belanghebbende) kan zich er niet in vinden dat de Heffingsambtenaar het object als recreatiewoning aanmerkt. Tijdens de zitting van Rechtbank Oost-Brabant heeft hij uitgelegd dat hij het object alleen gebruikt om een kop koffie te drinken of gebruik te maken van het toilet en dat het niet wordt verhuurd of bewoond.

De Rechtbank oordeelt dat het object naar aard en inrichting bestemd en geschikt is om enigszins duurzaam gebruikt te worden voor menselijke bewoning en dat betekent dat het object valt onder het begrip ‘woning’. De Heffingsambtenaar mocht het object als recreatiewoning aanmerken.

De Heffingsambtenaar heeft evenwel niet aannemelijk gemaakt dat hij de waarde niet te hoog heeft vastgesteld. Het is de Rechtbank niet gebleken dat hij rekening heeft gehouden met de beperkingen in de gebruikersmogelijkheden. Volgens het bestemmingsplan mag het object namelijk niet worden bewoond en die beperking geldt niet voor de vergelijkingsobjecten.

De Rechtbank stelt de waarde van het object per waardepeildatum 1 januari 2021 schattenderwijs vast op € 185.000.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2022
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Datum instantie
16 januari 2024
Rolnummer
23/238
ECLI
ECLI:NL:RBOBR:2024:109
NLF-nummer
NLF 2024/0430
Aflevering
13 februari 2024

Naar de bovenkant van de pagina