Direct naar content gaan

Samenvatting

In 1997 kreeg een dga van zijn BV een salaris van fl. 107.790. Daarnaast hield de BV in dat jaar permanent een appartement voor hem beschikbaar.
Bij het vaststellen van de aanslag IB/Premie 1997 is de inspecteur echter uitgegaan van een gebruikelijk loon (art. 12a Wet LB) van fl. 300.000. Voorts heeft hij dit bedrag nog eens met fl. 8.400 verhoogd vanwege de terbeschikkingstelling van het appartement. Het Hof oordeelde dat de inspecteur deze correcties terecht had aangebracht. De Hoge Raad casseert dit om de volgende redenen: Het gebruikelijke loon kan worden bepaald aan de hand van het salaris van soortgelijke werknemers of op basis van de opbrengsten van de BV verminderd met de kosten (exclusief het loon van de dga). De inspecteur heeft het gebruikelijke loon echter op geen van deze wijzen vastgesteld. Het Hof had zich daar niet zonder nadere motivering bij mogen aansluiten.
Voorts overweegt de Hoge Raad dat de inspecteur bij het vaststellen van het gebruikelijk loon uit moet gaan van een salaris dat niet in belangrijke afwijkt van een zakelijk te achten salaris.
Voor wat betreft het beroep tegen de aangebrachte correctie van fl. 8.400 beslist de Hoge Raad met toepassing van artikel 81 Wet RO dat dit niet tot cassatie kan leiden.
De zaak is verwezen. Conform conclusie A-G van Ballegooijen.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Loonbelasting
Belastingtijdvak
1997
Instantie
HR
Datum instantie
17 september 2004
Rolnummer
38.378
ECLI
ECLI:NL:HR:2004:AN8666
ECLI:NL:PHR:2004:AN8666
bwbr0002471&artikel=12a

Naar de bovenkant van de pagina