Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Het onderhavige verzoek heeft betrekking op een nationale (Portugese) fiscale regeling op grond waarvan de hoeveelheden sigaretten die de in die regeling vastgestelde maximumhoeveelheid voor uitslag tot verbruik overschrijden, worden belast tegen het accijnstarief dat geldt op een later tijdstip dan het tijdstip van uitslag tot verbruik.

Het HvJ verklaart in antwoord op de gestelde prejudiciële vragen het volgende voor recht:

‘Artikel 34 en 36 VWEU verzetten zich niet tegen een regeling van een lidstaat die, ter bestrijding van belastingontwijking en misbruik en ter bescherming van de volksgezondheid, bepaalt dat de maandelijks door een marktdeelnemer in de periode van 1 september tot en met 31 december van elk kalenderjaar tot verbruik uitgeslagen hoeveelheid sigaretten, niet hoger mag zijn dan de gemiddelde maandelijkse hoeveelheid sigaretten die deze marktdeelnemer in de loop van de voorafgaande twaalf maanden tot verbruik heeft uitgeslagen, vermeerderd met 10%.’

Artikel 7 en 9 Richtlijn 2008/118 moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich verzetten tegen een nationale regeling op grond waarvan de hoeveelheden sigaretten die de in die regeling vastgestelde maximumhoeveelheid voor uitslag tot verbruik overschrijden, worden belast tegen het accijnstarief dat geldt op een later tijdstip dan het tijdstip van uitslag tot verbruik.

Metadata

Rubriek(en)
Accijnzen
Belastingtijdvak
2010-2011
Instantie
HvJ
Datum instantie
21 december 2023
Rolnummer
C-96/22
ECLI
ECLI:EU:C:2023:1025
Auteur(s)
mr. E. Polak
Mazars / raadsheer-plaatsvervanger Hof Arnhem-Leeuwarden
NLF-nummer
NLF 2024/0563
Aflevering
5 maart 2024
Judoregnummer
JCDI:NFB6278
bwbv0001506&artikel=34,bwbv0001506&artikel=34,bwbv0001506&artikel=36,bwbv0001506&artikel=36

Naar de bovenkant van de pagina