Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

In deze WOZ-zaak was voor Hof Amsterdam in geschil of de waarde van de woning van X (belanghebbende) op een te hoog bedrag is vastgesteld. Ook was in geschil of de Heffingsambtenaar in de bezwaarfase mocht volstaan met het ter inzage leggen van de gegevens waar X in aanvulling op het aan hem toegezonden taxatieverslag om had verzocht, dan wel of hij (afschriften van) deze gegevens aan X had moeten toezenden.

Het Hof heeft onder meer geoordeeld dat de Heffingsambtenaar met het verstrekken van het taxatieverslag zowel aan zijn verplichtingen op grond van artikel 7:4 Awb als aan zijn verplichtingen op grond van artikel 40, lid 2, Wet WOZ heeft voldaan.

Tegen dit oordeel heeft X cassatieberoep ingesteld en de Hoge Raad verklaart dit gegrond.

Het oordeel van het Hof dat de Heffingsambtenaar met het toezenden van het taxatieverslag aan zijn verplichtingen op grond van artikel 40, lid 2, Wet WOZ heeft voldaan, is onjuist. De Hoge Raad verwijst naar r.o. 3.1 tot en met 3.3 van zijn arrest van 18 augustus 2023 (22/01219, ECLI:NL:HR:2023:1052).

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2019
Instantie
HR
Datum instantie
15 maart 2024
Rolnummer
22/02935
ECLI
ECLI:NL:HR:2024:393
Auteur(s)
drs. O.M. Menger
Fiscaliade
NLF-nummer
NLF 2024/0737
Aflevering
26 maart 2024
Judoregnummer
JCDI:NFB6309
bwbr0005537&artikel=7:4,bwbr0005537&artikel=7:4,bwbr0007119&artikel=40,bwbr0007119&artikel=40

Naar de bovenkant van de pagina