Direct naar content gaan

Samenvatting

Op 1 december 1990 verkregen X (belanghebbende) en haar levenspartner Y gezamenlijk de eigendom van een pand. X verkreeg een onverdeeld aandeel van 1/100 en Y voor 99/100.Het pand bestaat uit een dubbel woonhuis. De twee woningen zijn bouwkundig met elkaar verbonden, maar kunnen op betrekkelijk eenvoudige wijze tot twee afzonderlijke woningen worden gemaakt. Bij notariële akte van 14 juni 1991 hebben X en Y de volgende rechtshandelingen verricht.
1) X verkrijgt van Y 24/100 gedeelte in de onroerende zaak krachtens toedeling/koop, zodat X gerechtigd wordt voor 1/4 gedeelte en Y voor 3/4 gedeelte.
2) X en Y splitsen de onroerende zaak in twee afzonderlijke woonhuizen A en B. In de akte wordt verklaard, dat de kadastrale splitsing geschiedt zoals aangegeven op een aan de akte gehechte kaart.
3) X en Y gaan over tot verdeling, in dier voege dat woonhuis A voor het geheel wordt toegedeeld aan Y en woonhuis B aan X en Y gezamenlijk, ieder voor de onverdeelde helft.
4) Tussen A en B worden over en weer erfdienstbaarheden gevestigd.
Volgens X is zowel voor wat betreft A als B sprake van een verdeling, welke op grond van art. 15, lid 1, letter g, Wet BRV is vrijgesteld van overdrachtsbelasting. De Inspecteur heeft deze opvatting gevolgd voor wat betreft A. Ten aanzien van B is er volgens de Inspecteur geen sprake van een verdeling, zodat de vrijstelling toepassing mist.
Het Hof heeft de Inspecteur in het gelijk gesteld. Het hof overweegt, dat ten aanzien van B de rechtshandeling niet als een verdeling kan worden aangemerkt, aangezien de onverdeeldheid ten aanzien van geen der gerechtigden een einde heeft genomen. Daaraan doet volgens het Hof niet af, dat bij de akte de bestaande onverdeeldheid voor gedeelte A is opgeheven, omdat die akte slechts in zoverre als een verdeling kan worden aangemerkt. Tegen dit oordeel heeft X cassatieberoep ingesteld, maar dit wordt door de Hoge Raad verworpen. Het oordeel van het Hof is juist.
Conform conclusie A-G Moltmaker, ECLI:NL:PHR:1995:AA1638.

Metadata

Rubriek(en)
Belastingen van rechtsverkeer
Belastingtijdvak
1991
Instantie
Hoge Raad
Datum instantie
30 mei 1995
Rolnummer
29.471
ECLI
ECLI:NL:HR:1995:AA1638
bwbr0002740&artikel=3,bwbr0002740&artikel=3&lid=1,bwbr0002740&artikel=7,bwbr0002740&artikel=12&lid=1,bwbr0002740&artikel=15&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina