Direct naar content gaan

Samenvatting

X (betrokkene) heeft een boete gekregen van € 158 voor te hard rijden binnen de bebouwde kom. Hij heeft een gemachtigde ingeschakeld om voor hem op basis van no cure, no pay de verkeersboete aan te vechten.

De kantonrechter (Rechtbank Den Haag) stelt X gedeeltelijk in het gelijk. Alleen de beroepsgrond over de feitcode slaagt en dan nog slechts in zoverre dat er geen reden is de verkeersboete om die reden te vernietigen.

Volgens het Besluit proceskosten bestuursrecht en de daarop gebaseerde jurisprudentie dient de officier van justitie in dit geval € 1.284,75 proceskosten te vergoeden.

De Rechtbank is het om principiële redenen niet met deze uitkomst eens. Zij kan aan de samenleving niet uitleggen dat de gemachtigde bijna € 1.300 proceskostenvergoeding ontvangt – gemeenschapsgeld – terwijl zijn inspanningen in deze zogenoemde Mulderzaak gering zijn. De Rechtbank vindt het evident dat wijziging van de feitcode een punt van ondergeschikt belang is. Gelet op het totaalplaatje van deze zaak vermindert de Rechtbank de proceskosten tot € 100.

De Rechtbank signaleert dat de hoge proceskostenvergoedingen in Mulderzaken tot verkeerde prikkels leiden. Dit gaat ten koste van een effectieve rechtsbescherming van de burger. Verder merkt de Rechtbank op dat burgers mondig genoeg zijn om in een Mulderzaak zelf – dus zonder gemachtigde – de vinger op de zere plek te leggen en hun belangen prima zelf voor het voetlicht kunnen brengen. Het is aan de wetgever om op structurele wijze een einde te maken aan de te hoge proceskostenvergoedingen in Mulderzaken, aldus de Rechtbank.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2021
Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum instantie
17 maart 2023
Rolnummer
242417622
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2023:3370
NLF-nummer
NLF 2023/0808
Aflevering
13 april 2023
Judoregnummer
JCDI:NFB5708
bwbr0005537&artikel=7:15,bwbr0005537&artikel=7:15

Naar de bovenkant van de pagina