Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Politieke column

Wie sabbelt op het box 1-tarief in de inkomstenbelasting zal merken dat het nergens naar smaakt. Het is nep. Het is een fopspeen. Het inkomensafhankelijk maken van heffingskortingen door het kabinet-Rutte II maakte de daaropvolgende invoering van een tweeschijvenstelsel door het kabinet-Rutte III tot een mislukte cosmetische ingreep. Het kabinet-Rutte IV roeptoetert nu weer over vereenvoudiging. Fiscale regelingen moeten worden geschrapt, zo klinkt het. Daarvoor is zelfs een heel beleidscircus opgetuigd.

Deze schijnvertoning begint te irriteren. Het kabinet wil schrappen, terwijl het zelf rommel maakt. Ruim toch gewoon deze zooi op, voordat de gang naar de Koning wordt gezet. Het kabinet-Rutte IV hangt immers in de touwen, bleek afgelopen week. Het zou mooi zijn als de fiscale stuiptrekking van dit kabinet nog een reparatie van de tariefstructuur in box 1 is. De overheid en de Belastingdienst in het bijzonder kletsen in publicaties namelijk over een tarief van 36,93% tot en met een inkomen van € 73.030 en van 49,5% daarboven, maar met deze misleidende informatie kan echt niemand wat.

Nu is het al lange tijd zo dat AOW’ers en enkele andere groepen een afwijkend tarief hebben vanwege een gedeeltelijke premieplicht volksverzekeringen, hetgeen nog eens extra complex is doordat voor een bepaalde leeftijdsgroep de schijfgrens maar beperkt wordt geïndexeerd. Daarnaast is er inmiddels ook nog zoiets aparts dat aftrekposten tegen een lager tarief aftrekbaar kunnen zijn. Deze oneffenheden zijn allemaal best strak te trekken, maar dat is een operatie waarvoor fiscale anesthesie nodig is. Voor nu wil ik daarentegen een ingreep bepleiten die zonder verdoving kan worden doorgevoerd.

Als de inkomensafhankelijke trajecten van de algemene heffingskorting en van de arbeidskorting worden verdisconteerd in de tarieven ontstaat voor werkenden een systeem met zeven schijven (voor niet-werkenden drie schijven), waarbij de kortingen dan een vast bedrag zijn. Ambtenaren hebben zich enkele weken geleden eveneens aan een soortgelijke rekenexercitie gewaagd, en de uitkomst is best verhelderend. Vooral de conclusie dat het inzichtelijker wordt, galmt bij mij na. Belangrijke vaststelling: voor veel belastingplichtigen, en dat begint al ruim onder modaal, is het (marginale) tabeltarief geen 36,93% maar 49,54%. Het toptarief is bovendien geen 49,5% maar 56%.

De volledige kortingen − dus ook de vaste bedragen − verdisconteren in de tarieven is ook mogelijk. Het is dan wel moeilijker om bij de omzetting in de tariefstructuur de belastingdruk voor iedereen gelijk te houden (in een rekensommetje met twintig schijven klopte het nog steeds niet helemaal). Je begint in dat geval met een tarief van 0% tot een inkomen van dik € 10.500 voor werkenden (€ 8.300 voor niet-werkenden) en dat loopt langzaam op. De tariefstructuur gaat eerder op een formule lijken, waarbij voor elk inkomensniveau een ander tarief geldt. Nederland heeft een dergelijk systeem tot 1973 gehad, waarna op de schijven is overgestapt.

Het valt op dat we momenteel een schijvenstructuur in box 1 kennen die ten tijde van het kabinet-Lubbers III al van toepassing was, en meer specifiek voorafgaand aan de implementatie van de Oort-wetgeving. De inkomstenbelasting kende toen namelijk een systeem met negen schijven, waarna het kabinet dit in een grote grondslagoperatie terugbracht naar drie.

De tariefstructuur van heden werkt dus als het schijvensysteem van weleer. Belangrijk verschil: toen vertelde men dat gewoon. Heel raar misschien, maar de overheid vertelde openhartig over de negen belastingschijven. In welk spookkasteel zijn we nu dan in hemelsnaam beland? De overheid liegt over een tweetaks, terwijl er stiekem zeven schijven zijn met veel hogere tarieven. Mijn oproep aan het kabinet: gooi de fopspeen weg. Het kost niets en de lastendruk blijf gelijk, maar maak het echte tarief in box 1 inzichtelijk.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Auteur(s)
mr. dr. M.P.A. Spanjers
Columnist
NLF-nummer
NLF-P 2023/13
Publicatiedatum
11 april 2023

Naar de bovenkant van de pagina