Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

X (belanghebbende) is gehuwd met Y. Zij hadden de volle eigendom van een woning. X is dga van A (bv) die op haar beurt aandelen bezit in een werkmaatschappij. De economische eigendom van de woning is met terugwerkende kracht naar 1 september 2015 geleverd aan A. De woning is vervolgens verhuurd aan de werkmaatschappij. Op 16 maart 2017 is de juridische eigendom van de woning bij akte van levering geleverd aan A. De koopsom bedroeg € 768.000, conform de waarde in een taxatierapport van makelaar 1. De koopsom is betaald middels verrekening in rekening-courant met X. Op 1 januari 2019 is de verhuur aan de werkmaatschappij beëindigd.

Op 29 maart 2019 zijn de dochter van X en de schoonzoon ingeschreven op het adres van de woning. Op 20 september 2019 is de woning aan hen geleverd voor een bedrag van € 680.000. Deze waarde is in overeenstemming met de waarde in het economische verkeer.

De Inspecteur heeft de verkoopwaarde van de woning in 2015 onderzocht en concludeert dat de waarde van de woning per waardepeildatum 1 september 2015 niet € 768.000, maar € 671.000 bedroeg. Hij heeft aan X en Y navorderingsaanslagen IB/PVV 2015 opgelegd. Daarbij is de Inspecteur uitgegaan van een uitdeling van € 97.000, waarvan bij ieder de helft in aanmerking is genomen.

X heeft beroep ingesteld en Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart dat gegrond.

X heeft als leek vertrouwd op de waardebepaling door een erkende, in de omgeving van de woning werkende, NVM-taxateur (makelaar 1). Mede gelet op de gang van zaken en het taxatierapport waarin de waarde van de woning is bepaald op € 768.000, heeft de Inspecteur niet aannemelijk gemaakt dat bij X en A sprake was van (dubbele) bewustheid. Dit brengt mee dat geen sprake kan zijn van een uitdeling. De navorderingsaanslag wordt daarom vernietigd.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2015
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
21 maart 2024
Rolnummer
23/3572
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2024:1913
NLF-nummer
NLF 2024/0806
Aflevering
2 april 2024

Naar de bovenkant van de pagina