Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

In dit geval heeft de Hoge Raad gewacht met zijn uitspraak op een arrest van het Hof van Justitie EG in zaak C- 62/06. Onder de naam A BV waren in de jaren 1991 tot en met 1994 textielgoederen ingevoerd onder toepassing van een preferentieel tarief. Daarvoor waren valse certificaten van oorsprong van Honduras gebruikt. Toen dat uitkwam is aan A BV een uitnodiging tot betaling van fl. 4.832.405 opgelegd. Inmiddels was echter op 10 augustus 1993 de naam van de BV veranderd in X Beheer BV en was de textielgroothandel door een dochter overgenomen. Dat alles verhindert niet dat de uitnodiging tot betaling op de naam mag worden gezet die gebruikt is bij de invoer. Ook oordeelt de Hoge Raad, verwijzend naar voornoemd arrest van het Hof van Justitie, dat de verlengde navorderingstermijn is gebruikt omdat een strafbaar feit is begaan. In dit geval had het Hof een tweede zitting gehouden. De reden daarvoor was de verandering van de samenstelling van de kamer die de zaak behandelde. Volgens de gemachtigde had de griffier verklaard, dat het om een pro forma zitting zou gaan. Daarom was hij niet ter zitting verschenen. Nu de inspecteur daar het woord had gevoerd voelde hij zich in de verdediging geschaad. Maar de Hoge Raad oordeelt dat de gemachtigde moest weten dat de inspecteur op die zitting het woord mocht voeren en wijst (ook) die klacht af. Conform de Conclusie van (oud)A-G De Wit.

Metadata

Rubriek(en)
Overig
Belastingtijdvak
1995
Instantie
HR
Datum instantie
29 mei 2009
Rolnummer
42.316
ECLI
ECLI:NL:HR:2009:AZ5453
ECLI:NL:PHR:2009:AZ5453

Naar de bovenkant van de pagina