Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Omschrijving van de maatregel

Deze maatregel is illustratief van aard en verlaagt:


  • de tarieven van de loon- en inkomensheffing met 1%-punt;
  • de premies werknemersverzekeringen, door een 1%-punt verlaging van het Aof-tarief.

Het betreft hier een nogal algemene aanbeveling waarvan terecht wordt aangegeven dat die illustratief van aard is. In de eerste plaats is het wel alom bekend dat de druk op arbeid in Nederland – en overigens ook vele andere landen – hoog is en dat dit de optimale werking van de arbeidsmarkt niet ten goede komt. Niet zonder belang is daarbij wel in het vizier te houden dat de kosten als zodanig nog niet zoveel zeggen: de arbeidsproductiviteit is eveneens van groot belang en als die hoog is kunnen de hoge lasten uiteraard ook beter worden geabsorbeerd. Een tweede punt bij een dergelijk voorstel is uiteraard wie dat gaat betalen. Zoals wordt aangegeven kost een betrekkelijke kleine aanpassing in de tarieven budgettair miljarden euro’s: worden dat bezuinigingen (en waar dan wel en is dat minder ernstig dan de hoge lasten?) of moeten andere belastingen omhoog? Wat betreft het verhogen van andere belastingen is er niet veel ruimte: de grondslag kapitaal is relatief klein en kan een zodanige extra last niet dragen zodat alleen consumptie resteert. Dat betekent realiter dat alleen de btw in beeld is. Daar zit inderdaad wel wat ruimte in; het hoogste btw-tarief in de EU bedraagt 27% (Hongarije) dus dat moet kunnen en het levert ook per procentpunt verhoging een substantieel bedrag op waarbij uiteraard ook nog kan worden gedacht aan een verdere verhoging van het lage tarief van de btw. Maar de vraag blijft wat we ermee opschieten: een verlaging van de lasten op arbeid in ruil voor een verhoging van de btw (of eventueel de accijnzen) levert per saldo geen lastenverlichting op. Toch zou het volgens de economische theorie een positief effect hebben, eenvoudigweg omdat belastingen op arbeid verstorender zijn dan belastingen op consumptie.

Een tweede kanttekening is dat, wil het idee echt werken, de lastenverlichting op arbeid veel groter moet zijn dan nu als indicatie wordt gegeven. Dat kan uiteraard pas op langere termijn, ook al omdat de btw-tarieven niet in een keer sterk kunnen stijgen. Is een dergelijke grootschalige operatie om wat voor reden dan ook niet haalbaar dan is het zeer de vraag of er wel aan moet worden begonnen.

Metadata

Rubriek(en)
Sociale verzekeringen
Sociale verzekeringen
Instantie
MvF
Datum instantie
17 mei 2020
Parlementair dossier
NLF-nummer
NLFs 2020/0107
Aflevering
11 juni 2020
Judoreg
NFB3474
Auteur(s)
prof. dr. P. Kavelaars
Erasmus Universiteit Rotterdam

Naar de bovenkant van de pagina