Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Voor Hof Amsterdam was in geschil of ter zake van de parterre van het pand van X (belanghebbende) stakingswinst in aanmerking moet worden genomen. Aan de hand van een boekenonderzoek heeft de Inspecteur geoordeeld dat de parterre verplicht tot het ondernemingsvermogen moet worden gerekend. De Belastingdienst heeft echter een aantal jaren de aangiften IB/PVV van X gevolgd. Daarin is de parterre niet tot het ondernemingsvermogen gerekend.
Hof Amsterdam heeft op basis van het vertrouwensbeginsel geoordeeld dat de parterre niet bij de stakingswinst in aanmerking hoeft te worden genomen.
In cassatie voert de staatssecretaris aan dat voor het in rechte te beschermen vertrouwen meer is vereist dan de enkele omstandigheid dat de aangifte gedurende een aantal jaren bij het vaststellen van de aanslag is gevolgd.
De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep gegrond. De zaak is verwezen.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
1991
Instantie
HR
Datum instantie
13 oktober 1999
Rolnummer
33.311
ECLI
ECLI:NL:HR:1999:BI6540

Naar de bovenkant van de pagina