Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

X (bv; belanghebbende), vergunninghouder van een accijnsgoederenplaats (AGP), produceert benzine (ongelode olie) en levert de benzine aan diverse tankstations. Inherent aan de (veraccijnsde) benzine is dat er een mate van verdamping plaatsheeft. X voldoet aan de verplichting ingevolge de milieuwetgeving om de benzinedamp maximaal in te zamelen en voegt deze met behulp van dampretoursystemen en dampterugwinningsinstallaties in vloeibare vorm bij de in de AGP aanwezige (onveraccijnsde) benzine.

In geschil is of X over de maand januari 2016 accijns is verschuldigd ter zake van de uitslag van de in de AGP aanwezige uit benzinedamp teruggewonnen benzine. Tot 1 januari 2016 gold voor het in de AGP brengen van de retourdamp een forfaitaire korting van 1,7 liter per 1.000 liter bij een temperatuur van 15°C (dampretourregeling). Vanwege de intrekking van die regeling is de AGP-vergunning aangepast door het recht op het gebruik van de dampretourregeling te schrappen.

Hof Den Haag heeft geoordeeld dat het na terugwinning uit de retourdamp verkregen product is te karakteriseren als (al veraccijnsde) benzine. Nationale en Unierechtelijke accijnsregelingen staan volgens het Hof niet toe dat over al veraccijnsde benzine nogmaals accijns wordt geheven.

Voor de berekening van de hoeveelheid van de al in de heffing van accijns betrokken benzine sluit het Hof aan bij de berekeningswijze van de kortingsregeling die heeft gegolden volgens de per 1 januari 2016 ingetrokken goedkeuring van de staatssecretaris van Financiën.

De staatssecretaris heeft met twee middelen cassatieberoep ingesteld.

A-G Ettema concludeert dat beide middelen terecht zijn voorgesteld. Het oordeel van het Hof dat de retourdamp is te vereenzelvigen met benzine berust volgens haar op een onjuiste rechtsopvatting. Een verwijzingshof zal moeten beoordelen of de benzinedamp een accijnsgoed is. Het Hof heeft voorts ten onrechte dan wel onvoldoende gemotiveerd geoordeeld dat voor de berekening van de hoeveelheid van de al in de heffing van accijns betrokken benzine kan worden aangesloten bij de forfaitaire berekeningsmethode. Ook op dit punt zal de zaak moeten worden verwezen.

Metadata

Rubriek(en)
Accijnzen
Belastingtijdvak
januari 2016
Instantie
A-G
Datum instantie
30 november 2020
Rolnummer
19/03749
ECLI
ECLI:NL:PHR:2020:1145
NLF-nummer
NLF 2021/0119
Aflevering
14 januari 2021
Judoregnummer
JCDI:NFB4054
bwbr0005251&artikel=71,bwbr0005251&artikel=71

Naar de bovenkant van de pagina