Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Een belastingadviseur heeft voor cliënten opzettelijk een groot aantal onjuiste aangiften IB/PVV gedaan over de jaren 2007-2009. Dit heeft geleid tot belastingteruggaven waarop zijn cliënten geen recht hadden. In verband hiermee is de belastingadviseur strafrechtelijk veroordeeld wegens oplichting en valsheid in geschrift. De Staat vordert in dit civiele geding van de belastingadviseur schadevergoeding op grond van onrechtmatige daad. De onjuiste aangiften hebben namelijk tot veel extra werkzaamheden voor de Staat geleid.

De Staat heeft de kosten van deze extra werkzaamheden, bestaande in arbeidsuren van medewerkers, begroot op in totaal € 391.681. De Staat vordert dit bedrag als schadevergoeding. Voorts vordert de Staat in hoger beroep vergoeding van kosten voor (extra) werkzaamheden in de invordering, nader op te maken bij staat.

Rechtbank Midden-Nederland heeft de vordering afgewezen. Zij was van oordeel, kort gezegd, dat vergoeding van deze kosten publiekrechtelijk is uitgesloten en dat verhaal langs privaatrechtelijke weg daarom zou neerkomen op een onaanvaardbare doorkruising van deze publiekrechtelijke regeling. Dit oordeel is in hoger beroep door Hof Arnhem-Leeuwarden bevestigd.

Tegen dit oordeel heeft de Staat cassatieberoep ingesteld, maar dit wordt door de Hoge Raad verworpen. Het verhaal van de onderhavige meerkosten langs publiekrechtelijke weg is uitgesloten. Gelet daarop moet worden aangenomen dat verhaal van deze meerkosten op privaatrechtelijke grondslag een onaanvaardbare doorkruising zou vormen van de publiekrechtelijke regeling van de belastingheffing en -invordering en daarom niet mogelijk is.

Conform Conclusie A-G Wattel (NLF 2020/0568, met noot van Raaijmakers).

In de onderhavige procedure is de vraag aan de orde of de Staat via privaatrechtelijke weg aanspraak kan maken op vergoeding van de door de Staat gemaakte meerkosten – bestaande uit arbeidsuren van medewerkers – van controle en correctie van aangiften en van invordering van aanslagen, veroorzaakt door het opzettelijk doen van onjuiste aangiften.

Doorkruisingsleer

Metadata

Rubriek(en)
Civiel recht
Belastingtijdvak
2007-2008
Instantie
HR
Datum instantie
15 mei 2020
Rolnummer
19/00374
ECLI
ECLI:NL:HR:2020:890
Auteur(s)
mr. M.F. Kossen
FT-advocaten / Radboud Universiteit Nijmegen
NLF-nummer
NLF 2020/1286
Aflevering
4 juni 2020
Judoregnummer
JCDI:NFB3312

Naar de bovenkant van de pagina