Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Aan X is een ontslagvergoeding betaald in de vorm van een recht op periodieke uitkeringen. Dit recht is ondergebracht in een stamrecht-bv. Het geschil spitst zich toe op de vraag of een door de stamrecht-bv gedane periodieke uitkering in Nederland belastbaar is of niet.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft onder verwijzing naar HR 11 juni 2004, 37.714, ECLI:NL:HR:2004:AF7812 geoordeeld dat de ontslagvergoeding valt onder artikel 19 (het pensioenartikel) van het belastingverdrag Nederland-Verenigde Staten 1992 (hierna: Verdrag). Het heffingsrecht komt volgens de Rechtbank in casu toe aan Nederland.

Hof Den Bosch heeft vooropgesteld dat artikel 19 Verdrag als lex specialis voorgaat op artikel 16 Verdrag (het loonartikel). Naar zijn oordeel kwalificeert de ontslagvergoeding in haar geheel als lijfrente als bedoeld in artikel 19, lid 1, Verdrag. De heffing over de lijfrente komt dan toe aan Nederland. Het bepaalde in het tweede lid van artikel 19 Verdrag maakt dat volgens het Hof niet anders. Toepassing van het loonartikel is naar het oordeel van het Hof niet aan de orde. Het nieuwe OESO-commentaar op artikel 15 OESO-Modelverdrag mist derhalve toepassing.

Naar de mening van A-G Niessen kunnen de onderdelen van de eerste klacht van X over de strekking van de aangewende middelen en het verband tussen de eenmalige uitkering en de pensioenregeling niet tot cassatie leiden. Beslissend voor de toepassing van artikel 19 Verdrag is volgens de A-G niet of de ontslagvergoeding afkomstig is uit een reeds gevormde pensioenvoorziening, maar de vorm waarin zij aan X wordt uitbetaald. Het Hof heeft de ontslagvergoeding niet gekwalificeerd als lijfrente naar het moment van uitkering door de stamrecht-bv, maar naar dat van de verkrijging van die vergoeding.

De A-G meent voorts dat de vraag naar een statische of dynamische uitleg van het OESO-commentaar bij artikel 15 OESO-Modelverdrag geen bespreking behoeft. Dat artikel ziet op beloningen die vallen onder het loonartikel. Bovendien ziet de door X aangehaalde passage naar zijn duidelijke bewoordingen niet op de verkrijging van een lijfrente in de zin van artikel 19 Verdrag.

De conclusie strekt ertoe dat het cassatieberoep van X ongegrond moet worden verklaard.

Algemeen

Deze casus is enigszins vergelijkbaar met die in de conclusie van A-G Niessen van dezelfde datum. Ook hier gaat het om een werknemer die lange tijd buiten Nederland gewerkt heeft en de laatste weken van zijn dienstverband nog een formeel dienstverband heeft met een Nederlandse (concern)vennootschap. Tijdens dit Nederlandse dienstverband wordt hij in 2010 ontslagen en ontvangt hij een ontslagvergoeding die wordt omgezet in een stamrecht. In deze casus gaat om een belanghebbende die 61 jaar is op het moment van ontslag.

Toewijzingsregel pensioenen vormt lex specialis

Metadata

Rubriek(en)
Internationaal belastingrecht
Loonbelasting
Belastingtijdvak
2011
Instantie
A-G
Datum instantie
18 december 2016
Rolnummer
16/02463
ECLI
ECLI:NL:PHR:2017:26
Auteur(s)
mr. C. Douven
Belastingdienst
NLF-nummer
NLF 2017/0337
Aflevering
16 februari 2017
Judoregnummer
JCDI:NFB298

Naar de bovenkant van de pagina