Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Op grond van het Reglement Betaald Voetbal wordt aan contractspelers een aanspraak op een overbruggingsuitkering toegekend. Dit moet standaard in elk spelerscontract worden opgenomen. In verband met de aanspraak is de voetbalclub een fondspremie verschuldigd die de voetbalclub inhoudt op de vergoedingen toekomend aan de speler. De ingehouden premies dienen door de club te worden afgedragen aan het fonds dat door X (belanghebbende) wordt beheerd.

X heeft geen loonheffing ingehouden op een overbruggingsuitkering aan voormalig beroepsvoetballer A. Op het moment van uitkering was A inwoner van Australië. In geschil is of de Inspecteur terecht loonheffing heeft nageheven.

Voor sportbeoefenaars heeft als uitgangspunt te gelden dat de heffingsbevoegdheid over deze inkomsten wordt beheerst door artikel 17 Verdrag Nederland-Australië, tenzij de inkomsten kunnen worden aangemerkt als een onder artikel 18 van dat verdrag vallend pensioen of lijfrente.

Rechtbank Gelderland verwerpt het standpunt van de Inspecteur dat bij een toekenning van een periodieke uitkering aan de werknemer door een werkgever nooit sprake kan zijn van een lijfrente. Dit berust op een onjuiste lezing van het zogenoemde Stamrecht-arrest (HR 19 mei 2017, 16/02463, ECLI:NL:HR:2017:913, NLF 2017/1215, met noot van Cools). De tegenprestatie die staat tegenover de overbruggingsuitkering, bestaat niet uit de vroeger verleende arbeid, maar uit de daarvoor betaalde fondspremie. Naar het oordeel van de Rechtbank is daarom sprake van een voldoende en volledige tegenprestatie in geld of geldswaarde, terwijl ook aan de overige elementen van de lijfrentedefinitie volgens het verdrag is voldaan. Het gelijk is aan X. De overbruggingsuitkering kwalificeert als lijfrente als bedoeld in artikel 18, lid 2, Verdrag Nederland-Australië. Dat betekent dat het woonland Australië heffingsbevoegd is. De naheffingsaanslag wordt vernietigd.

Metadata

Rubriek(en)
Internationaal belastingrecht
Belastingtijdvak
januari 2018
Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum instantie
21 januari 2020
Rolnummer
18/5904
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2020:259
NLF-nummer
NLF 2020/0540
Aflevering
27 februari 2020

Naar de bovenkant van de pagina