Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Op 5 september 2022 verklaarde Rechtbank Rotterdam het beroep van X (appellante) gegrond wegens het uitblijven van een beslissing op haar verzoek om herbeoordeling van haar recht op kinderopvangtoeslag. De Belastingdienst/Toeslagen moest binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit nemen en een dwangsom van € 100 per dag betalen bij overschrijding van deze termijn, met een maximum van € 15.000. Uiteindelijk werd een dwangsom van € 1.442 vastgesteld.

X heeft hoger beroep ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: ABRvS) en heeft verzocht om een schadevergoeding.

X heeft gesteld dat de Rechtbank vijftien weken te laat uitspraak had gedaan, waardoor de Belastingdienst/Toeslagen meer dwangsommen had moeten betalen. Haar verzoek was gebaseerd op artikel 8:88, lid 1, aanhef en onderdeel c, Awb.

Volgens artikel 8:88, lid 1, aanhef en onderdeel c, Awb kan de bestuursrechter schadevergoeding toekennen voor schade door het niet tijdig nemen van een besluit.

De ABRvS oordeelt dat een verzoek om schadevergoeding vanwege vermeend onrechtmatig handelen van de Rechtbank niet onder dit artikel valt. Voor schadeclaims moet zij naar de civiele rechter.

Het hoger beroep is niet-ontvankelijk. De ABRvS is onbevoegd om kennis te nemen van het verzoek om schadevergoeding. De Belastingdienst/Toeslagen hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Toeslagen
Belastingtijdvak
2022
Instantie
Raad van State
Datum instantie
26 juni 2024
Rolnummer
202205958/1/A2
ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:2600
NLF-nummer
NLF 2024/1562
Aflevering
2 juli 2024
bwbr0005537&artikel=8:88,bwbr0005537&artikel=8:88

Naar de bovenkant van de pagina