Direct naar content gaan

Samenvatting

Dit verzoek om een prejudiciële beslissing betreft de uitlegging van artikel 63 en 65 VWEU. Meer in het bijzonder is de vraag wederom wanneer een belastingheffing discriminerend is in de zin van de regels van het vrije verkeer van kapitaal.

Dit verzoek is ingediend in het kader van een geding tussen E en de Keskusverolautakunta (centrale belastingcommissie, Finland) over de beslissing van 10 november 2017 waarin die commissie heeft geoordeeld dat de door een Luxemburgse beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal aan E uitgekeerde winst in Finland moet worden belast als inkomsten uit arbeid in loondienst.

Uit deze zaak blijkt volgens A-G Hogan dat de maatregel of maatregelen die in dat opzicht discriminerend zouden kunnen zijn – en aldus een beperking van het vrije verkeer van kapitaal vormen – exact moeten worden vastgesteld, zodat de lidstaten weten welke wettelijke maatregelen zij moeten nemen om de situatie te verhelpen.

De A-G geeft het HvJ in overweging de prejudiciële vraag als volgt te beantwoorden:

Artikel 63 en 65 VWEU moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich niet verzetten tegen een nationale wettelijke regeling volgens welke de winst die door een in een andere lidstaat van de Europese Unie gevestigde instelling voor collectieve belegging (icbe) is uitgekeerd aan een in Finland gevestigde natuurlijk persoon, als dividend en niet als winstaandeel moet worden belast. Deze bepalingen moeten tevens aldus worden uitgelegd dat zij zich niet verzetten tegen een nationale wettelijke regeling die uitsluit dat mechanismen tot vermindering van de gevolgen van dubbele belasting worden toegepast wanneer die winst wordt uitgekeerd door een vennootschap die in een andere lidstaat tegen een lager tarief dan het in die regeling vastgestelde tarief is belast, mits dat verminderingsmechanisme uitsluitend is bedoeld om dat verschil te corrigeren bij het in meerdere fasen belasten van die winst, hetgeen de verwijzende rechter dient na te gaan. Deze bepalingen moeten evenwel ook aldus worden uitgelegd dat zij eraan in de weg staan dat in diezelfde wettelijke regeling de door dergelijke vennootschappen uitgekeerde dividenden worden geherkwalificeerd als inkomsten uit arbeid in loondienst, hoewel diezelfde regeling voorschrijft dat dividenden in beginsel inkomsten uit kapitaal zijn.

Metadata

Rubriek(en)
Europees belastingrecht
Belastingtijdvak
2017
Instantie
A-G HvJ
Datum instantie
19 november 2020
Rolnummer
C-480/19
ECLI
ECLI:EU:C:2020:942
Auteur(s)
mr. dr. J.J.A.M. Korving
Deloitte / Maastricht University
NLF-nummer
NLF 2020/2614
Aflevering
3 december 2020
Judoregnummer
JCDI:NFB3858
bwbv0001506&artikel=63,bwbv0001506&artikel=65,bwbv0001506&artikel=63,bwbv0001506&artikel=65

Naar de bovenkant van de pagina