Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

In 2014 zijn 1.085 percelen van woningbouwvereniging X (belanghebbende), die beschikken over een directe of indirecte aansluiting op het gemeentelijk riool, voor het vaste bedrag per perceel van € 92,70 door de gemeente Maasgouw in de rioolheffing eigenaar betrokken. Het totaalbedrag van de aan X opgelegde aanslagen rioolheffing is € 100.579,50.

In 2014 heeft de Heffingsambtenaar (in ieder geval) 81 percelen (zijnde garageboxen) niet in de (totale) heffing betrokken. De gemeente verkeerde in de veronderstelling dat deze percelen geen aansluiting in de zin van de verordening hadden, maar heeft dat niet nader onderzocht.

X heeft beroep (ongegrond) en hoger beroep ingesteld.

Hof Den Bosch verwerpt het standpunt van X dat het tarief van de heffing in strijd met artikel 228a Gemw is vastgesteld. De voor het jaar 2014 geraamde baten van de rioolheffing hebben de lasten ter zake niet overtroffen. De geraamde baten bedragen € 3.072.000 en zouden € 3.079.509 moeten hebben bedragen als de 81 garageboxen in de heffing waren betrokken. De geraamde lasten bedragen € 3.134.789. Nu de geraamde baten de geraamde lasten niet overtreffen, is geen sprake van een overschrijding van de opbrengstlimiet.

Er is ook geen sprake van strijd met het gelijkheidsbeginsel. De gronden van X met betrekking tot artikel 9 KRW worden eveneens verworpen.

Het hoger beroep is ongegrond.

X ontvangt wel een vergoeding voor geleden immateriële schade in verband met overschrijding van de redelijke termijn.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2014
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
24 april 2024
Rolnummer
22/00140
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2024:1411
NLF-nummer
NLF 2024/1117
Aflevering
7 mei 2024
bwbr0005416&artikel=228a,bwbr0005416&artikel=228a

Naar de bovenkant van de pagina