Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

X (belanghebbende) drijft een onderneming met een vaste inrichting op Curaçao. Aldaar exploiteert zij een fastfoodrestaurant. Die exploitatie vindt plaats op basis van een franchiseovereenkomst, waarbij Q de franchisegever is en X de franchisenemer.

Bij het GHvJ is in geschil of X omzetbelasting is verschuldigd over de in de jaren 2014-2016 door haar aan de in het buitenland gevestigde franchisegever als royalty’s betaalde service fees.

X stelt dat ter zake van de royalty’s ten onrechte naheffing van omzetbelasting heeft plaatsgevonden.

Het GHvJ geeft X geen gelijk. Zij oordeelt dat X op grond van artikel 2, lid 1, artikel 4, lid 4 en artikel 11, lid 2, Landsverordening OB 1999, wel degelijk omzetbelasting is verschuldigd over de als royalty’s aan de franchisegever betaalde service fees.

Metadata

Rubriek(en)
Heffingen Caribisch Koninkrijk
Belastingtijdvak
2014-2016
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie
Datum instantie
15 februari 2023
Rolnummer
CUR2021H00307; CUR2021H00308; CUR2021H00309
ECLI
ECLI:NL:OGHACMB:2023:47
Auteur(s)
dr. mr. G.D. Rekwest
University of Curaçao
NLF-nummer
NLF 2023/0927
Aflevering
27 april 2023
Judoregnummer
JCDI:NFB5730

Naar de bovenkant van de pagina