Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

In deze WOZ-zaak zijn in de bezwaarfase werkafspraken tussen de gemachtigde van X (belanghebbende) en de Heffingsambtenaar gemaakt. In de werkafspraken is in het kader van de bezwaarfase vastgelegd dat de gemachtigde (hierna: het kantoor) bij procedurele fouten eerst contact opneemt met de Heffingsambtenaar om een beroepszaak te voorkomen.

Door de Heffingsambtenaar is in de bezwaarfase het taxatieverslag verstrekt, maar niet de gevraagde KOUDV- en liggingsfactoren van de vergelijkingsobjecten. Het kantoor heeft niet op enig moment na de gegevensverstrekking, ook niet tijdens het hoorgesprek, de Heffingsambtenaar erop gewezen dat bepaalde in bezwaar gevraagde gegevens niet zijn overgelegd. Er is ook geen gebruik gemaakt van het recht op inzage in de stukken.

In hoger beroep is in geschil of de WOZ-waarde door de Heffingsambtenaar op de waardepeildatum te hoog is vastgesteld en of X in zijn belangen is geschaad, omdat de Heffingsambtenaar in de bezwaarfase niet alle stukken heeft toegezonden waarom is verzocht.

Hof Den Bosch oordeelt dat de Heffingsambtenaar aannemelijk heeft gemaakt dat de beschikte waarde niet te hoog is.

Indien een belanghebbende op de hoorzitting niet opnieuw aanvoert dat hij informatie mist door het niet toesturen van bepaalde gevraagde stukken, mag volgens het Hof in beginsel worden aangenomen dat hij die stukken kennelijk niet (meer) nodig heeft. Het vervolgens (pas) in de beroepsfase wijzen op een schending van artikel 7:4 Awb en/of artikel 40 Wet WOZ wordt dan beschouwd als een schending van de goede procesorde. Dit oordeel heeft tot gevolg dat niet wordt toegekomen aan de vraag of artikel 7:4 Awb en/of artikel 40 Wet WOZ zijn geschonden en er in zoverre dus geen sprake is van een gebrek. Het Hof acht overigens geen sprake van schending van de artikelen en verwijst daarbij naar de uitspraak van Hof Amsterdam van 22 februari 2022, 21/00253, ECLI:NL:GHAMS:2022:499, NLF 2022/0485.

Het hoger beroep is ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2019
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
8 februari 2023
Rolnummer
21/01264
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2023:482
NLF-nummer
NLF 2023/0781
Aflevering
6 april 2023
bwbr0005537&artikel=7:4,bwbr0005537&artikel=7:4,bwbr0007119&artikel=40,bwbr0007119&artikel=40

Naar de bovenkant van de pagina