Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

In een woning in een Nederlandse gemeente woont een echtpaar waarvan de vrouw behoort tot het civiele personeel van de Amerikaanse strijdkrachten. Op haar is het NAVO-statusverdrag van toepassing dat in artikel X onder meer bepaalt dat zij in Nederland niet onderworpen is aan een belasting van verblijf. Het Hof oordeelt dat de onroerende zaakbelasting slechts afhankelijk is van het persoonlijk gebruiksrecht en dus geen belasting is terzake van verblijf. De onroerende zaakbelasting wordt daarom niet door artikel X van het NAVO-statusverdrag beheerst. De aanslag is daarom terecht opgelegd, aldus het Hof. Dit oordeel wordt door de Hoge Raad bevestigd. Wel oordeelt de Hoge Raad dat de zaak moet worden verwezen voor een beoordeling van de vraag of de vrouw erop mocht vertrouwen dat zij recht had op een vrijstelling van het gebruikersdeel van de ozb. Dit is het geval als zij niet duurzaam verblijf hield in Nederland. Het verwijzingshof moet dit nu gaan uitzoeken van de Hoge Raad.

Metadata

Rubriek(en)
Overig
Belastingtijdvak
2000
Instantie
HR
Datum instantie
6 juni 2008
Rolnummer
41.769
ECLI
ECLI:NL:HR:2008:BD3159

Naar de bovenkant van de pagina