Samenvatting
De staatssecretaris heeft Kamervragen beantwoord over het moratorium om te handhaven op schijnzelfstandigheid. De vragen hebben betrekking op de relatie tussen het wetsvoorstel verduidelijking beoordeling arbeidsrelatie en rechtsvermoeden (Vbar) en het opheffen van het handhavingsmoratorium.
In de antwoorden wordt de aanpak langs drie lijnen benadrukt: 1. het creëren van een gelijk speelveld, 2. het creëren van duidelijkheid en 3. de handhaving op schijnzelfstandigheid. Daarbij geldt: de voortgang op de ene lijn kan niet wachten op de andere, elk van de drie is urgent om stappen op te zetten.
In de antwoorden wordt ook de noodzaak van het wetsvoorstel Vbar voor de handhaving door de Belastingdienst toegelicht.
Het moratorium is ingesteld om meer duidelijkheid te scheppen over de regels rondom schijnzelfstandigheid en de handhaving daarvan. Dit moet ervoor zorgen dat echte zelfstandigen niet onnodig worden belast en dat schijnzelfstandigen beter worden beschermd.